Aantal vrouwen met mondkanker toegenomen
ArrayManon Weijers vergeleek twee patientengroepen met mondkanker met elkaar in de periode 1990-1994 en 2000-2004. Haar belangrijkste ontdekking is dat het aantal vrouwen met mondkanker in die perioden relatief is toegenomen. De gemiddelde leeftijd van de patienten is gelijk gebleven. In beide groepen kwam mondkanker vooral voor op de tong en de mondbodem. In de patientengroep uit 2000-2004 zaten relatief meer patienten die – op het moment van de diagnose – een kleine tumor hadden. Het is onduidelijk of deze bevinding ook leidt tot betere overlevingskansen.
Nadat de chirurg een tumor verwijdert, onderzoekt de patholoog deze onder de microscoop. Deze kijkt onder andere of de snijranden vrij zijn van kankercellen. Ook wordt er gekeken of er dysplasie (een mogelijk voorstadium van kanker) in de slijmvliesranden aanwezig is. Patienten met zelfs milde en matige dysplasie, in het slijmvlies rond de tumor, hebben – na het verwijderen van de tumor – een grotere kans dat de tumor terugkeert dan patienten met slijmvliessnijranden zonder dysplasie. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Weijers.
Weijers onderzocht onder de microscoop opnieuw het tumorweefsel van patienten met tong- of mondbodemkanker. Dit waren patienten met tumorvrije snijranden die daarna nog minimaal vijf jaar regelmatig voor controle terugkwamen. Weijers adviseert artsen daarom patienten met milde en matige dysplasie in de snijranden aanvullend te behandelen. Dit gebeurt nu alleen nog maar bij ernstige dysplasie. Hoofd-halskanker is de zevende meest voorkomende kanker wereldwijd. Alleen al voor mondkanker zijn er in het jaar 2000 wereldwijd rond de 250.000 nieuwe gevallen bij gekomen.
* 29-10-2012
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: Oral squamous cell carcinoma; some epidemiological and clinicopathological aspects
* Spreker: M. Weijers
* Promotor: prof.dr. I. van der Waal
* Onderdeel: Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA)
* Wetenschapsgebied: Tandheelkunde
* Evenementtype: Promotie
Meer informatie over het proefschrift in VU-DARE
bron: Vrije Universiteit Amsterdam