Te dik in de wieg
ArrayHet aantal (veel) te zware kinderen en jongeren neemt snel toe. En dikke kinderen hebben grote kans om dikke volwassenen te worden, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Maar welke kinderen lopen het meeste risico? En waar ligt de kiem van het overgewicht? Vooral baby’s van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn met zes maanden vaak al te zwaar, blijkt uit promotie-onderzoek van Marieke de Hoog.
De klassieke wolk van een baby is een beetje mollig. Een knuffelkind met kuiltjes in de wangen, een bolrond buikje en spekarmpjes die zich fijn laten vastpakken. `Babyvet’, oordelen trotse ouders en grootouders dan meestal, dat vanzelf wel zal transformeren in wasbordjes en spierbundels. Vaak gebeurt dat ook, maar lang niet altijd, zo toont het proefschrift aan waarop biomedisch gezondheidswetenschapper Marieke de Hoog eind september hoopt te promoveren. In het kader van de ABCD-studie* onderzocht zij etnische verschillen in overgewicht bij ongeveer 5000 jonge kinderen van nul tot vijf `a zes jaar oud.
De uitkomsten stemmen niet optimistisch. Overgewicht is in alle etnische groepen een probleem. Kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn echter als peuter – op tweejarige leeftijd – twee- tot driemaal zo vaak te zwaar als Nederlandse kinderen.
De eerste vraag die De Hoog dan ook probeerde te beantwoorden, was: welke vroege factoren zijn van invloed op het ontstaan van overgewicht? Groei in de eerste zes levensmaanden bleek een belangrijke voorspeller. Is een kind na een half jaar al aan de zware kant dan is de kans groot dat dit twee jaar later nog steeds het geval is. De Hoog: `Dat werpt natuurlijk de vraag op: waarom groeien die kinderen sneller’ We analyseerden het voedingspatroon in de eerste levensfase. Kregen ze borstvoeding, en zo ja hoe lang’ Wanneer kwam de eerste flesvoeding, het eerste vaste voedsel” Dat leverde een intrigerende uitkomst op. Turkse en Marokkaanse moeders geven in het algemeen langer borstvoeding, en dat geldt als gezonder. Kinderen groeien daardoor namelijk minder snel. Inderdaad, een mysterie, dat zeker nader onderzoek vereist.’
Precies goed
Behalve naar de daadwerkelijke groei keek De Hoog ook naar de perceptie daarvan. De Hoog: `We vroegen moeders van vijfjarigen wat ze vonden van het gewicht van hun kind. Ze konden kiezen uit drie antwoorden: precies goed, te licht of te zwaar. Dat bleek lastig, moeders hadden er moeite mee.
Kleuters met een goede BMI kregen vaak het predicaat “te licht”, kinderen met overgewicht werden opvallend vaak beoordeeld als “precies goed”. Dat gebeurde in alle etnische groepen maar bij Turkse en Marokkaanse moeders kwam het net wat vaker voor. Hoe dat komt? Misschien denken ouders: “Ach, mijn kind ziet er gezond uit, eet lekker, komt later wel goed”.’
Maar dat laatste valt nog te bezien. De Hoog onderzocht namelijk ook hoe hardnekkig het probleem is. Hoeveel kinderen die op tweejarige leeftijd overgewicht hebben, zijn op hun vijfde nog steeds te zwaar? Vooral in de Turkse en Marokkaanse groep zijn dat er veel: rond de 70 procent. Anders gezegd: overgewicht gaat heel vaak niet vanzelf over. En dat kan consequenties hebben voor de gezondheid op latere leeftijd.
Ook weer bij vijfjarigen onderzocht De Hoog het cardiometabool profiel – een maat voor het risico op hart- en vaatziekten. Ze mat bloeddruk, cholesterolwaarden, glucoseconcentraties en dergelijke. Tussen Nederlanders en Marokkanen zag ze geen verschillen maar de Turkse kinderen hadden een wat ongunstiger profiel. `Bij een oplopende BMI stijgt de bloeddruk van Turkse kinderen net iets sneller. Ze lopen dus extra risico – niet alleen omdat ze zwaarder zijn, ook omdat hun bloeddruk sneller omhoog gaat dan bij kinderen met een andere etnische achtergrond.’
Roosvicee mee naar bed
Toch is er gelukkig ook goed nieuws: de obesitas-epidemie lijkt zich enigszins te stabiliseren. `Dat blijkt uit de laatste onderzoeken. Maar helaas geldt dat niet voor kinderen uit lagere sociaal-economische milieus en voor bepaalde etnische groepen. Bij hen is nog steeds sprake van een stijgende lijn.’
Kunnen we die lijn naar beneden ombuigen, of is het eigenlijk al te laat?
De Hoog: `Mensen uit de praktijk melden dat het moeilijk is om ouders te motiveren het overgewicht van hun kind aan te pakken: ze herkennen het probleem vaak niet. Terwijl je die ouders toch echt nodig hebt om er iets aan te doen. Goede voorlichting is natuurlijk belangrijk. Over beweging bijvoorbeeld. Je kunt een baby wat vaker op de buik leggen zodat hij wat actiever moet zijn, en zich om moet draaien in plaats van de hele dag in de Maxi Cosi rondgedragen te worden. En natuurlijk voorlichting over voeding.
Hoe kun je voorkomen dat je kind al als baby te zwaar wordt’
Nee, waarom kinderen in de eerste maanden zo snel groeien, daarover weten we inderdaad nog maar weinig, moet De Hoog toegeven. `Voorlopig blijft het een kwestie van speculeren. Dus vooruit dan maar: misschien dat Turkse en Marokkaanse moeders meer geneigd zijn om eten te gebruiken als troostmiddel. Hun kind aan te leggen of een hapje te geven als het verdrietig is. Wetenschappelijke data daarover ontbreken overigens, ik baseer dit vooral op verhalen uit de praktijk. Die reppen van extra schepjes suiker in de flesvoeding of Roosvicee die mee naar bed gaat. Dat zou een belangrijke factor kunnen zijn, maar hard maken kan ik het niet.’
Stemmen de resultaten van het onderzoek haar niet somber? Komt het allemaal nog goed met de jeugd van tegenwoordig?
`We moeten er stevig aan trekken, maar zeker niet de moed opgeven. Ik denk dat we veel kunnen bereiken. Op basis van mijn onderzoek zou ik zeggen: laten we vooral vroeg beginnen.’
bron: AMC