Eenvoudiger therapeutisch aidsvaccin op komst

Array

Een dendritische cel die rode partikels heeft opgenomen en zelf groen kleurt. Dit betekent dat de cel niet enkel de partikels heeft opgenomen, maar het erin verpakte materiaal (boodschapper-RNA) tot expressie heeft gebracht. © ITG

Onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) zijn erin geslaagd om een stap te zetten naar het therapeutisch aidsvaccin van de volgende generatie. Dat kan rechtstreeks aan de patient worden toegediend, zonder dat nog cellen uit zijn lichaam moeten worden gehaald, in het lab gewijzigd en dan weer ingespoten. Winni De Haes kon aantonen dat je het immuunsysteem met de nieuwe techniek inderdaad veilig en goedkoop op scherp kunt zetten.

Het jongste decennium kregen mensen met hiv-besmetting uitzicht op een min of meer normaal leven, toch indien zij (of hun land) rijk genoeg zijn om een levenslange dagelijkse kuur met een cocktail van pillen te betalen, de discipline kunnen opbrengen om die kuur strikt te volgen, en de toxische neveneffecten ervan kunnen verdragen. Wetenschappers zoeken daarom ijverig naar een alternatieve behandeling, met name een vaccinatie die het immuunsysteem van de patient voldoende oppept om zelf het virus aan te vallen en uit te schakelen, of op zijn minst onderdrukt te houden.

Het beste doelwit voor zo’n ‘therapeutisch vaccin’ lijken de dendritische cellen, gespecialiseerde cellen van het immuunsysteem. Zij vormen de inlichtingendienst die de eigenlijke strijdcellen aanleert wat ze precies moeten aanvallen. Alleen slagen ze er niet goed in om de juiste informatie over het hiv-virus te pakken te krijgen en die om te zetten in goede voorbeelden voor de strijdcellen. Vorsers overal ter wereld proberen daarom dendritische cellen ‘op scherp te zetten’ door hen op te laden met de bouwinstructies voor de aan te vallen hiv-eiwitten.

Tot nu toe moet die stap in het lab gebeuren, buiten het lichaam van de patient, die nadien zijn op scherp gezette dendritische cellen terug ingespoten moet krijgen. Begin dit jaar meldden onderzoekers van het ITG en de UA dat het immuunsysteem van hun patienten na een geslaagde procedure inderdaad het hiv-virus krachtiger aanviel. Maar nog niet voldoende om de patienten te genezen.

Het zou stukken handiger zijn als de cellen niet meer in het lab op scherp gezet moesten worden, maar gewoon in het lichaam van de patient. Geen arbeidsintensieve individuele behandeling voor iedere patient apart meer, maar één vaccin dat aan iedereen gegeven kan worden. Niet eenvoudig, al was het maar omdat de daarbij benodigde informatiedrager door het lichaam wordt afgebroken nog voor die de dendritische cellen zelfs maar bereikt.

Winni De Haes in het hoge-veiligheidslaboratorium waar met hiv-virus kan worden gewerkt. © ITG

Winni De Haes van dezelfde onderzoeksgroep die erin geslaagd was om patienten te vaccineren met hun eigen in het lab behandelde cellen, probeerde daarom boodschapper-RNA in te pakken in microscopische of zelfs nanoscopische deeltjes die niet aangevallen worden, maar wel kunnen opgenomen worden door de dendritische cellen om hun lading binnen in die cellen af te geven. (Voor de liefhebbers: ze testte onder andere polyelektroliet microcapsules en kationische lipiden en polymeren.)

Ze slaagde erin om de genetische informatie (het boodschapper-RNA) in te pakken in verschillende omhulsels van een paar duizendste millimeter en kleiner, en die te laten opnemen door de dendritische cellen. Die cellen konden de informatie vervolgens uitpakken en gebruiken om strijdcellen van het immuunsysteem instructies te geven om het gewenste onderdeel van het hiv-virus aan te vallen. De strijdcellen gehoorzaamden.

Om veiligheidsredenen deed ze de eerste tests in de reageerbuis en in muizen, om zeker te zijn dat er geen onverwachte problemen opdoken. Die lijken er momenteel niet te zijn, en dit maakt het gebruik van nano- en micropartikels om genetische informatie af te leveren aan dendritische cellen dus een veilig, veelzijdig en goedkoop alternatief voor de ontwikkeling van een hiv-vaccin van de volgende generatie. Nu moet de aanpak verder uitgetest worden in proefdieren. Als ook daar geen problemen opduiken, kan men naar menselijke vrijwilligers gaan.

De ervaringen van De Haes zijn ook bruikbaar voor onderzoekers die werken aan vaccins tegen hepatitis, tuberculose en kanker.

Winni De Haes in het hoge-veiligheidslaboratorium waar met hiv-virus kan worden gewerkt. © ITG

Recente artikelen