Financiële prikkels werken nauwelijks bij huisartsen
Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom 26 augustus 2012 - 19:34
Array
HTot 2006 werkten huisartsen met en verrichtingentarief voor particuliere patienten en een abonnementstarief voor fondspatienten. Op 1 januari 2006 ging de Zorgverzekeringswet van start: het onderscheid particulier en fondspatienten verdween. Huisartsen ontvingen voortaan voor elke patient een abonnementstarief en een klein bedrag per consult en andere verrichtingen. Christel van Dijk onderzocht het effect van deze verandering op het gedrag van huisartsen. Op 20 juni promoveerde zij daarop aan de Universiteit Tilburg. Het proefschrift heeft de titel: Changing the GP payment system: do Financial incentives matter? Van Dijk werkt als onderzoeker bij het NIVEL en gebruikte voor haar studie data uit het Landelijk Informatie Netwerk van Huisartsen (LINH). Dat is een netwerk van circa 100 huisartsen die vele data verzamelen, die representatief zijn voor alle huisartsen in Nederland. Ik doe een greep uit de vele conclusies van dit proefschrift. 1. De afschaffing van eigen bijdragen voor particuliere verzekerden resulteerde niet in een beter toegankelijk huisartsenzorg. Huisartsen volgen steeds vaker de NHG-richtlijnen. De verandering in betaling had hierop geen invloed, niet voor fondsverzekerden en niet voor particuliere patienten. Het zorggebruik naar type contact (spreekuur, visite en telefonisch) veranderde niet in de jaren na 2006. Huisartsen hebben een hoog inkomen vergeleken met hun collega’s elders in Europa.Wellicht werken financiele prikkels daarom niet zo sterk als elders: men verdient al genoeg. Het totale inkomen van huisartsen veranderde niet veel sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006. Wel veranderde de bron van inkomsten: de inkomsten uit verrichtingen namen sterker toe dan uit het abonnementstarief. Promovendus Van Dijk concludeert dat professionele moraal, ethiek en richtlijnen een belangrijkere prikkel waren in de afgelopen jaren dan de financiele. Zij waarschuwt dat een sterke financiele prikkel in het buitenland leidde tot een geringe intrinsieke motivatie. Zij pleit ervoor dat zorgverzekeraars huisartsen vooral professioneel en niet financieel prikkelen bijvoorbeeld door benchmarking op inhoudelijke indicatoren en de verplichting om deel te nemen aan de NHG praktijk Accreditatie. Ook vindt zij dat zorgverzekeraar hun best zouden moeten doen om het vertrouwen van huisartsen te winnen. In haar discussie hoofdstuk eindigt zij met een hartstochtelijk pleidooi voor een integraal abonnement voor alle eerstelijnszorg verlener als wenkend perspectief. Dit boek is een must voor alle leidinggevenden in de huisartsenzorg en voor alle zorginkopers van huisartsenzorg.  Klik hier voor de elektronische versie van het boek.
Tot zover dit bericht. In de Julius Masterclass Eerstelijnszorg die op 9 januari 2013 start, komten dit proefschrift, het thema abonnementstarief en populatiegebonden bekostiging uitvoerig aan de orde. Wil jij meedoen aan deze masterclass van twaalf middagen onder leiding van ondergetekende en Julius docent dr. Rob de Leeuw? Klik dan hier.
Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.
Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.
Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.
Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’
In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.
Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’
Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.
Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.