Uit de cirkel van paniek
ArrayEen hartaanval is toch het eerste waar mensen aan denken bij hevige hartkloppingen, flinke pijn op de borst, en ademnood. ‘Maar bij eenzesde van de mensen die in het ziekenhuis belanden, gaat het om een paniekaanval’, vertelt Neeltje Batelaan. De GGZinGeest-psychiater gaat twee jaar lang alle patienten op de eerste hart hulp psychiatrisch screenen samen met cardiologen.
Je zult maar met hevige hartkloppingen, borstpijn en doodsangst in het ziekenhuis belanden, en vervolgens horen dat er ‘niets’ aan de hand is. De vrees voor een lichamelijke ziekte zal daardoor hoogstwaarschijnlijk niet worden weggenomen. Zeker niet als deze plotselinge, angstaanjagende verschijnselen blijven terugkeren.
Andere bril
“Daardoor zien cardiologen patienten soms voor de vierde keer terug in het ziekenhuis, terwijl het eigenlijk om een paniekstoornis gaat. Daar zullen cardiologen zelf niet zo gauw aan denken, omdat ze niet gewend zijn met een psychiatrische bril te kijken”, vertelt Neeltje Batelaan, die als psychiater werkt op de afdeling angst- en dwangstoornissen van GGZinGeest.
Als deze patientengroep naar huis gaat zonder verdere begeleiding en de klachten blijven terugkeren, blijken ze slechter te gaan functioneren. Vaak begint een medische zoektocht, waarbij een reeks specialisten worden bezocht. Dat is noch voor de patient, noch uit oogpunt van kostenbesparing goed.”We zullen waarschijnlijk zo’n driehonderd mensen van deze groep gaan opsporen via de eerste hart hulp van VUmc.”
Sneller herkend
De psychiater hoopt dat mensen met paniekklachten sneller worden herkend en daardoor sneller de juiste behandeling kunnen krijgen. “Allereerst krijgen alle mensen die binnen komen op deeerste hart hulp een vragenlijst met veertien vragen. Daarbij wordt gekeken naar angst-en stemmingsklachten. Als de antwoorden daar reden toe geven, volgt een telefonisch interview. Blijkt de patient aan een paniekstoornis te lijden, zal er meteen een aanbod tot hulp volgen.”
Cognitieve gedragstherapie is volgens studies vooral effectief om paniekstoornissen hanteerbaar te maken. De patient wordt geleerd te kijken naar de relatie tussen gedachten, gevoelens en gedrag. “Mensen in een paniekaanval reageren heftig op lichamelijke symptomen. Daardoor stijgt de adrenaline, gaat het hart sneller kloppen en neemt de angst toe. Ze komen vaak in een paniekcirkel terecht. Door anders te leren denken, minder angstig, verandert dat.”
Grote vraag is wel hoeveel mensen zullen toestemmen met therapie, volgens Batelaan. “Er ligt nog een flinke drempel voor veel mensen ten aanzien van de geestelijke gezondheidszorg. Vaak vanwege het stigma.”