In 2024 behandelt de geestelijke gezondheidszorg alleen nog maar ernstige aandoeningen
Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom 02 juni 2012 - 22:30
Array
In de periode van ca. 1995 tot ca 2005 kende de geestelijke gezondheidszorg een innovatieve winter. Vele Regionale Instituten voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG’s) waren aan het fuseren met psychiatrische ziekenhuizen. Van innovatie kwam in die periode niets terecht. Iedereen lag in reorganisatie. Midden in die periode, in 2000, gaf ondergetekende een interview aan het toonaangevende vakblad Psy. Ik gaf kritiek op al die fusies die toen niets opleverde. In 2005 promoveerde Dick Ravelli bij mij op die fusies: een goede, doch somber stemmende dissertatie. Maar wat bleek in 2007? Zoals in de lente bloemen opkomen, zo waren er bij vele gefuseerde GGZ instellingen zorgprogramma’s opgekomen, bijvoorbeeld voor patienten met psychotische stoornis, depressies, angsten of eetstoornissen. We telden vanuit het Julius Centrum en het Trimbos Instituut honderden programma’s. We waren blij. We gingen denken aan software ter ondersteuning van die zorgprogramma’s. Het nog steeds bestaande programma Eigen Regie werd geboren en groeide uit met steun van VWS en van ZonMw. Op donderdag 31 mei jongstleden interviewde journalist Ditty Eimers van Psy mij opnieuw over die fusies. Als laatste vraag vroeg zij mij hoe de GGZ er over twaalf jaar uitziet. Ik verwachtte zeven veranderingen die ik hier in telegramstijl noem: 1. vanwege geldgebrek uitsluitende gericht op patienten met ernstige psychiatrische aandoeningen 2. grote nadruk op zelfmanagement van patient en familie 3. bewezen doelmatig dankzij one-sessions-only en zorgpaden 4. populatiegebonden bekostiging voor grote GGZ-instellingen 5. volwassen geïntegreerde, digitale informatie systemen 6. minder bureaucratie, dat wil zeggen minder vestigingen, minder managementlagen en minder turfsurfen 7. evenveel medewerkers als nu: niemand is zijn baan kwijt. De nuances tref je aan in het julinummer van Psy. Tot zover dit bericht. Op 12 oktober organiseren het Julius Centrum en het Trimbos Instituut een congres over de toekomst van zelfmanagement bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Velen hebben aangeboden om op die dag hun onderzoek of innovatie te presenteren. Dank hiervoor. De brochure verschijnt over enkele weken op het internet. Noteer alvast de datum.
Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.
Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.
Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.
Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’
In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.
Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’
Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.
Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.