IGZ onderzoekt ketenzorg voor psychiatrische patiënten met ernstige lichamelijke problemen
ArrayDe prevalentie en incidentie van somatische aandoeningen bij psychiatrische patienten is hoog. De ernst van de somatische klachten vereist in meer of mindere mate een goede samenwerking en afstemming tussen GGZ-instellingen en ziekenhuizen. Zeker bij de noodzaak voor acute somatische of operatieve zorg kan een goed functionerende ketenzorg van levensbelang zijn.
De casus R (psychiatrische patient met ernstige lichamelijke problemen, overleden in GGZ-instelling) heeft recent voor veel ophef gezorgd. Deze casus maakte duidelijk hoe risicovol het ontbreken of onvoldoende functioneren van de keten- en netwerkzorg kan zijn. Onbekend is echter hoe de samenwerking tussen GGZ- instellingen en ziekenhuizen voor deze groep patienten in Nederland daadwerkelijk is geregeld, hoe deze samenwerking functioneert en welke gezondheidsrisico’s patienten lopen.
Aanleiding
De zorg voor kwetsbare groepen is één van de speerpunten uit het Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 van de IGZ. De minister van VWS heeft, mede op grond van de casus R, de IGZ verzocht om het thematoezicht vroeg in 2012 uit te voeren en na de zomer de eerste bevindingen te rapporteren. Vanwege deze urgentie heeft de IGZ besloten dit onderzoek niet voorafgaand aan de verzending van de vragenlijst aan de individuele instellingen aan te kondigen, maar gelijktijdig met de aankondiging de Raden van Bestuur van de GGZ-instellingen en de ziekenhuizen verzoeken de vragenlijsten in te (laten) vullen.
Onderzoeksvraag
De centrale vragen van het onderzoek zijn: Voldoen de samenwerkingsafspraken tussen GGZ-instellingen en algemene en academische ziekenhuizen aan de veldnormen om aan de ketenzorg voor psychiatrische patienten met ernstige somatische comorbiditeit op verantwoorde wijze uitvoering te geven, waardoor psychiatrische patienten geen additioneel gezondheidsrisico lopen? Als de afspraken niet voldoen, wat zijn dan de tekortkomingen?
Planning
In de eerste week van april ontvangen alle ziekenhuizen en geïntegreerde GGZ-instellingen een webbased vragenlijst om aan te geven welke (geformaliseerde) samenwerkingsafspraken zij wederzijds hebben ten behoeve van de zorg voor de klinische psychiatrische patient die vanwege ernstige somatische problemen (acute en/of operatieve) ziekenhuiszorg nodig heeft. Tevens wordt nagegaan of een psychiatrische consultatieve dienst, een Medisch Psychiatrische Unit of een psychiatrische Medische Unit en/of een PAAZ beschikbaar is. Daarnaast wordt de GGZ-instellingen de prevalentiegegevens gevraagd van patienten die in 2011 vanuit de GGZ naar een ziekenhuis zijn verwezen en wordt aan alle zorginstellingen gevraagd welke (samenwerkings)knelpunten hierbij een rol speelden.
De vragenlijst die bestemd is voor de ziekenhuizen, is mede tot stand gekomen in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Op basis van de uitkomsten worden per samenwerkingsverband de risico’s voor de patient bepaald. Bij een zeer hoog risicoprofiel tussen GGZ-instelling en ziekenhuis zal de IGZ een inspectiebezoek aan de zorginstellingen brengen.
In juni 2012 rapporteert de IGZ de resultaten per zorgketen (ziekenhuis – GGZ-instelling) aan de betrokken instellingen, met vermelding van het handhavingsplan. In de tweede fase van het toezicht, vanaf september 2012, wordt aan dit handhavingsplan uitvoering gegeven.
Bron: IGZ