Kostenbesparing in de GGZ: eigen bijdrage en substitutie leidt tot “dure zorg” door toename zorgmijders

Array

Debat tijdens het NVvP Voorjaarscongres 2012
Het zijn roerige tijden voor de GGZ. De ambulante psychiatrische patient functioneert als volwaardige burger, de behandeling is gericht op zelfmanagement. Zorgmijders verliezen die status van volwaardige patient en bij gedwongen opname verliest de patient ook nog de eigen regie. GGZ-patienten gaan gebukt onder de gevolgen van de verhoogde eigen bijdrage door hun beperkte financiele draagkracht. Ook psychiaters staan onder toenemende druk en worden soms zelfs door electronische patienten dossiers gedwongen goedkopere generieke geneesmiddelen voor te schrijven. Maar wat zijn de gevolgen hiervan? Kunnen psychiaters onder deze gegeven omstandigheden nog steeds de vereiste zorg leveren voor deze kwetsbare patienten. Nee, is het antwoord dat vrijwel unaniem werd gegeven tijdens het debat ‘Kostenbesparing in de GGZ: keuzevrijheid en de angstige patient’ dat Benecke en AstraZeneca op 4 april 2012 tijdens het Voorjaarscongres van de NVvP organiseerde. Er werd onder voorzitterschap van Harmke Pijpers uitgebreid gedebateerd met Raphael Schulte (psychiater), Nora Rozenbroek (apotheker), Ronald Eising (zorgverzekeraar) en Koos van der Span (patientenvereniging) over hoe om te gaan met de aangekondigde bezuinigingen en de bescherming van de meest kwetsbare patientengroepen. Men kwam al snel tot de conclusie dat met name de ambulante psychiatrische patienten de hogere eigen bijdrage niet meer kunnen betalen. Veelal zijn ambulante patienten minder draagkrachtig door beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt. 83% van de patienten heeft een minimum inkomen en dan leidt de eigen bijdrage al snel tot het stoppen van de behandeling, omdat de patient de zorg zelf niet meer kan betalen.


Substitutie
Substitutie leidt vaak tot een vertrouwensbreuk tussen de behandelaar en de patient, met alle gevolgen van dien. Juist de vertrouwensband tussen de patient en arts zijn essentieel voor een succesvolle behandeling. Zelfs een kleine onverwachte verandering, zoals een andere vorm of kleur van de medicatie, kan die vertrouwensband ernstig schaden. En ook het zogenaamde “pakjesmodel” is volgens apotheker Nora Rozenbroek geen goed alternatief voor het preferentiebeleid. Substitutie leidt uiteindelijk tot hogere kosten voor deze groep patienten als zij, door geldgebrek of wantrouwen jegens behandelaar door nieuwe medicatie, uiteindelijk zorgmijder worden. Deze zorgmijders komen in veel gevallen in het duurdere GGZ-traject van onvrijwillige behandeling. Naast allerlei maatschappelijk kosten die ze als zorgmijder genereren. Terwijl deze ambulante patienten goed onder controle waren en tegen geringere kosten goed in de maatschappij konden functioneren.

Er kan dan ook maar een conclusie getrokken worden: “substitutie van geneesmiddelen in de GGZ leidt eerder tot kosten-verhoging, want een patient die weigert over te stappen naar een generiek middel, heeft meer consulten nodig om de overstap goed uit te kunnen leggen en door substitutie heb je sneller de kans dat de GGZ-patient een zorgmijder wordt. En er is geen oplossing om zorgmijders vanwege de eigen bijdrage te helpen zonder dat zij de eigen regie over hun behandeling verliezen. Opvallend was wel dat psychiaters vaak niet op de hoogte worden gebracht door de apotheker als een ander middel wordt afgeleverd dan zij voorschreven. En slechts een van de aanwezige psychiaters in het publiek was op de hoogte van het Stroomschema keuzemomenten bij substitutie van de KNMP Het wordt tijdens het debat al gauw duidelijk dat er vaker gesubstitueerd wordt dan toegestaan.

Rol huisarts bij GGZ-patient
Minder “zware” patienten” kunnen onvoldoende behandeld worden door huisartsen. Door een gebrek aan specifieke kennis is het onmogelijk deze groep patienten in de “goedkopere” eerstelijn onder te brengen. Men kan niet van een huisarts verwachten dat hij de behandeling van psychiatrische patienten zelf doet. Behandeling door de gespecialiseerde GGZ is bij psychiatrische patienten essentieel. Wel worden huisartsen ondersteund in de betere diagnostiek, er lopen verschillende projecten in Nederland waarbij Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (SPV) vanuit de GGZ gedetacheerd werkzaam zijn in een huisartsenpraktijk. Nu wordt een diagnose pas na 2 – 10 jaar gesteld, waarna patienten voor de juiste klachten behandeld worden. Vooral de verbetering van de vroeg diagnostiek kan een belangrijke tool worden voor kostenbesparing in de GGZ. Nu missen huisartsen de expertise over bijvoorbeeld een Bipolaire stoornis.

In het de debat lieten vele psychiaters in het publiek hun stem laten horen en dachten meer over onderwerpen als keuzevrijheid, de “generiekisering” van medicatie, patientenvoorlichting, substitutie door de apotheker en kostenaspecten, maar van discussie en meningsverschillen was nauwelijks sprake. Door de nieuwe regels wordt gemiddeld 30% van de tijd van psychiater besteed aan andere taken dan het behandelen van patienten. Kostbare tijd gaat aan administratie verloren. De invoering van de DBC in de GGZ heeft zeker niet geleid tot efficientie. Raphael Schulte pleit dan ook voor een benchmark voor deze overheadkosten.

Experts van het debat

  • Roland Eising, manager Zorg en Farmacie, Achmea Divisie Zorg en Gezondheid, Amersfoort.
  • Nora Rozenbroek, apotheker, Arkin/lok.Jellinek Mentrum, Amsterdam.
  • Raphael Schulte, opleider psychiatrie, psychiater behandelcentrum bipolaire stoornissen, GGZ Noord-Holland-Noord, Heerhugowaard.
  • Koos van der Span, voorzitter van het bestuur van de VMDB, Utrecht.

 

 

 

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen