Micronutriënten goed voor ongeboren kind
Array
Wanneer een zwangere vrouw voedingssupplementen neemt met micronutrienten (vitaminen en mineralen), groeit haar ongeboren kind beter. Het effect is cumulatief, ontdekten vorsers van het Instituut voor Tropische geneeskunde: hoe vroeger in de zwangerschap met supplementen begonnen wordt, hoe beter. In ontwikkelingslanden, waar vrouwen vaak een arm en eenzijdig dieet hebben, maken de supplementen echt verschil. De onderzoekers rapporteren in het Journal of Nutrition, het hoog aangeschreven blad van de American Society for Nutrition.
Micronutrienten zijn voedingsstoffen die onmisbaar zijn voor ons lichaam, ook al zijn ze slechts in minieme hoeveelheden nodig: bijvoorbeeld foliumzuur en andere vitamines, en sporenelementen zoals ijzer, koper, jodium, seleen, zink. Voor zwangere vrouwen in de industrielanden zijn micronutrienten niet echt een probleem – zij hebben normaal gezien een voldoende rijk en gevarieerd dieet, en de meesten nemen daar nog supplementen bovenop. Het foliumzuur in die supplementen helpt open ruggetjes voorkomen, maar in onze streken zijn de andere micronutrienten in die pillen een aardig extra, maar niet cruciaal. Dat is anders in landen met laag en midden-inkomen, waar het dieet van zwangere vrouwen vaak van lage kwaliteit is. Dat leidt vaak tot groeivertraging bij het kindje in de baarmoeder, en als gevolg daarvan een zwakke gezondheid later in het leven.
Dominique Roberfroid en collega’s gaven 1500 zwangere vrouwen in twee gezondheidscentra in Burkina Faso ofwel een dagelijks supplement met 15 micronutrienten, ofwel het klassieke door de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen supplement met enkel ijzer en foliumzuur. De tabletten zagen er identiek uit, om het effect van vooroordelen en hoop (het zogenaamde placebo-effect) uit te sluiten. De baby’s in de groep met de meervoudige micronutrienten waren gemiddeld zwaarder.
De vorsers ontdekten dat het effect van de supplementen cumulatief was: hoe langer de kuur (of juister: hoe meer tabletten de vrouwen ingenomen hadden), hoe groter en zwaarder het kindje. De vrouwen die het grootste aantal tabletten hadden genomen maakten 40% minder kans op een baby met een te laag geboortegewicht dan de vrouwen in de laagste groep.
Verrassend was dat het cumulatief effect ook bestond in de groep met enkel ijzer en foliumzuur. Tot nu toe dacht men dat het ijzer enkel nuttig was voor de moeder. Moeders met een hogere scholingsgraad kregen ook zwaardere baby’s, maar dat was vooral omdat ze vroeger in hun zwangerschap een arts zagen – en daardoor langer supplementen kregen.Vrouwen die te mager waren, hadden echter geen baat bij de supplementen met vitamines en mineralen. Misschien omdat zwangere vrouwen met energiegebrek de micronutrienten niet volledig kunnen benutten, omdat de vertering en het transport naar de foetus energie vergen – energie die niet beschikbaar is.
Omwille van het cumulatief effect, raden de onderzoekers aan om zo vroeg mogelijk in de zwangerschap – of zelfs voor de bevruchting – met de supplementen te beginnen, en om de vrouwen aan te sporen geen tabletten over te slaan. Zwangere vrouwen die te mager zijn, moeten samen met hun supplementen ook extra voedsel krijgen.
