Epidemioloog UMC St Radboud ontvangt miljoen dollar van Bill Gates Foundation
ArrayTeun Bousema van het UMC St Radboud heeft een miljoen dollar ontvangen van de Bill & Melinda Gates Foundation. Met dit bedrag gaat hij een nieuwe bestrijdingswijze van malaria onderzoeken, waarbij regionaal heel selectief menselijke ‘malaria hotspots’ worden opgespoord en behandeld. Als regionale uitroeiing van malaria op die manier mogelijk is, ontstaat een belangrijk nieuw wapen in de strijd tegen malaria.
Ieder jaar sterven ongeveer 750.000 Afrikaanse kinderen aan malaria. Toch hebben niet alle kinderen dezelfde kans op deze dodelijke ziekte. Er bestaan namelijk enorme verschillen om besmet te raken met malaria. Die enorme verschillen vind je niet alleen tussen Afrikaanse landen onderling en in de landen zelf. Ook tussen dorpen en zelfs Ãn dorpen zijn de verschillen soms bijzonder groot.
Teun Bousema kwam op het idee om die verschillen te gebruiken om malaria uit te roeien. “Als sommige huishoudens vaker worden getroffen door malaria zijn zij waarschijnlijk ook belangrijk bij de verdere verspreiding van de ziekte,” aldus de epidemioloog. “Mensen raken immers besmet door de beet van een geïnfecteerde malariamug. Daarna zijn ze zelf een besmettingsbron voor alle niet-geïnfecteerde muggen. Zo ontstaat een hotspot, waarin menselijke superverspreiders veelvuldig nieuwe malariamuggen infecteren.â€
Elimineer een aantal van dergelijke hotspots en de kans is groot dat je op die manier de verspreiding van malaria in een veel groter gebied vermindert of stopt. Zo roei je met minimale middelen malaria heel gericht uit. Bousema: “Deze aanpak maakt malariabestrijding véél effectiever in gebieden waar je niet iedereen kunt bereiken met controlemaatregelen. Bovendien lijken in gebieden waar malaria bijna is geelimineerd juist die hardnekkige malaria hotspots de definitieve uitroeiing te bemoeilijken.â€
Immuunprofiel
Bousema zag in 2008 zijn originele idee beloond door de Bill & Melinda Gates Foundation met een Grand Challenge Exploration beurs. Met die beurs zocht hij in vier dorpen in Tanzania en Mali naar concreet bewijs voor zijn idee. Dat bewijs vond hij. Ongeveer tachtig procent van alle ziektegevallen in die dorpen manifesteerde zich bij slechts twintig procent van de kinderen. Ook de huishoudens van deze kinderen werden bovenmatig blootgesteld aan malariamuggen. Verder deden ongeïnfecteerde muggen in die betreffende huizen ook het vaakst hun eigen infectie op. Hoewel deze vondsten aangeven dat de hypothese hout snijdt, geven ze nog geen aanknopingspunten voor een gerichte aanpak van de malaria hotspots. Want waar bevinden die hotspots zich precies? De huizen die het dichtst bij een broedplaats voor muggen staan, zijn namelijk lang niet altijd een hotspot.
Bousema: “Dat probleem hebben we opgelost door te kijken naar de immuunrespons na blootstelling aan malaria. Na blootstelling maken mensen antistoffen aan tegen onderdelen van de malariaparasiet. Mensen die vaak zijn blootgesteld aan malaria maken sneller antistoffen aan. Bovendien maken ze ook tegen meerdere onderdelen van de parasiet antistoffen aan. We konden de hotspots dan ook zeer nauwkeurig voorspellen door de snelheid waarmee mensen een combinatie van antistoffen aanmaken geografisch in kaart te brengen. Ook in onbekende gebieden zijn op basis van dergelijke immuunprofielen de hotspots binnen enkele weken te vinden.â€
Regionaal malaria uitroeien
Op basis van dit onderzoek heeft de Bill & Melinda Gates Foundation een Grand Challenge beurs aan Bousema toegekend van 1 miljoen dollar. Met dit geld wordt de komende drie jaar een grootschalig onderzoek uitgevoerd in Kenia en Mali, waaruit moet blijken dat het bestrijden van malaria hotspots inderdaad leidt tot regionale uitroeiing. Lukt dat, dan vormt deze Nijmeegse aanpak een belangrijk nieuw wapen in de wereldwijde strijd tegen malaria.