Opkomst seizoensprik niet beïnvloed door Mexicaanse griep

Array

De opkomst afgelopen jaar voor de vaccinatie tegen seizoensgriep is niet beïnvloed door de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep. Dit blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door de afdeling IQ healthcare van het UMC St Radboud in opdracht van het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (RIVM).

Bijna een derde van de Nederlandse bevolking komt in aanmerking voor een gratis prik tegen seizoensgriep. Deze mensen kwamen in het seizoen 2009–2010 ook in aanmerking voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep, waarvoor twee keer geprikt moest worden. Deze extra vaccinatiecampagne heeft de doelgroep er niet van weerhouden ook de seizoensprik te halen: ongeveer 70 procent meldde zich hiervoor bij de huisarts. Dat is gelijk aan voorgaande jaren. Ongeveer evenveel mensen lieten zich inenten tegen de Mexicaanse griep.

Gevaarlijk
Griep kan een gevaarlijke ziekte zijn, vooral voor mensen met een chronische ziekte of een verminderde weerstand. Risicogroepen kunnen daarom ieder najaar bij de huisarts een gratis griepprik halen om hen te beschermen tegen ernstige gevolgen van griep. Het gaat hier om alle mensen van 60 jaar en ouder en om mensen van alle leeftijden met diabetes, hart- en vaatproblemen, nierziekten, luchtwegaandoeningen of met een verminderde weerstand als gevolg van een ziekte of medicijngebruik, bijvoorbeeld chemotherapie. (voor meer informatie: www.rivm.nl/griepprik).

Nieuw virus
In 2009 circuleerde een heel nieuw influenzavirus A/H1N1, ook wel Mexicaanse griep genoemd. Tegen dit virus is een vaccin ontwikkeld dat apart werd opgenomen in het Nationaal Programma Grieppreventie. De doelgroep van de prik tegen seizoensgriep kwam ook in aanmerking voor de twee prikken tegen de Mexicaanse griep. Van de reguliere hoogrisicopatienten is 72 procent tenminste één keer  tegen de Mexicaanse griep gevaccineerd bij de huisarts. 64 procent liet zich, conform het programma, twee keer vaccineren bij de huisarts.

Van de mensen die zich lieten vaccineren tegen de seizoensgriep, kwam 64 procent ook tenminste één keer naar de huisartsenpraktijk voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep.

Praktijkpersoneel
Om overdracht van het virus aan patienten te voorkòmen werd vaccinatie ook aanbevolen aan praktijkmedewerkers, dat zijn huisartsen, praktijkondersteuners en -assistenten. Van de huisartsen is 74 procent gevaccineerd tegen seizoensgriep en 89 procent tegen Mexicaanse griep. Het animo onder de praktijkondersteuners en -assistentes om zich te laten vaccineren was lager; respectievelijk 54 procent is gevaccineerd tegen seizoensgriep en 74 procent tegen Mexicaanse griep. Er was geen verband tussen de vaccinatiestatus van praktijkpersoneel en de patienten.

Landelijk netwerk
Het onderzoek werd uitgevoerd binnen het LINH, een landelijk representatief netwerk van huisartsenpraktijken, waarin gegevens over het huisartsgeneeskundig handelen worden geregistreerd. LINH is een samenwerkingsverband van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en het Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare) van het UMC St Radboud. LINH wordt gefinancierd door het ministerie van VWS. Gegevens uit elektronische patientendossiers van LINH-huisartsenpraktijken worden geevalueerd op het aantal patienten dat conform de richtlijnen uit de NHG-Standaard ‘Influenza en Influenzavaccinatie’ in aanmerking komt voor influenzavaccinatie en welke van deze patienten worden gevaccineerd.

Recente artikelen