Ziektebestrijding gaat ten koste van gezondheid
ArrayGerichte internationale programma’s tegen bijvoorbeeld polio of wormziekten doen niet alleen maar goed. Soms zuigen ze mensen en middelen weg bij de lokale basisgezondheidszorg. En dan moet men zich gaan afvragen of het middel niet erger is dan de kwaal. Onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde waarschuwen in het open-access vakblad PLoS Neglected Tropical Diseases de internationale hulpverleners voor zelfgenoegzaamheid.
In de grond is het een probleem van evenwicht tussen de curatieve en de preventieve geneeskunde – of zoals de Grieken zouden zeggen, tussen Panacea en Hygeia, de twee dochters van Asklepios, de god van de Geneeskunde. Preventie kun je organiseren via periodieke campagnes, maar behandeling van zieken en gewonden moet alle dagen beschikbaar zijn. Permanente toegang tot gezondheidszorg is sowieso al niet evident in ontwikkelingslanden; als er dan ook nog (op zich zinvolle) massacampagnes met  absolute voorrang uitgevoerd moeten worden, komt de dagelijkse verzorging van patienten nog meer in het gedrang.
De jongste decennia zijn er steeds meer ziekten uitgeroepen tot ‘prioriteit’. Voor een typisch West-Afrikaans land zijn dat: rivierblindheid, guineaworm, tuberculose, vitamine-A-gebrek, bilharzia, intestinale wormziekten, trachoom, polio en andere vaccineerbare kinderziekten, malaria, hiv. Meestal elk met zijn eigen aparte bestrijdingsprogramma, al bestaat er nu wel een campagne om vijf verwaarloosde ziekten tegelijk te voorkomen, met vier geneesmiddelen (en 28 extra formulieren die door de gezondheidswerkers ingevuld moeten worden, bovenop hun normale werk).
Naar wat de lokale gevolgen zijn, is nog nauwelijks onderzoek gedaan. De vorsers onderzochten in zestien gezondheidscentra in twee landelijke gebieden in Mali hoeveel tijd verpleegkundigen staken in ‘campagnewerk voor verwaarloosde ziekten’. De campagnes eisten over het jaar heen ongeveer een derde van de arbeidstijd van de gezondheidswerkers op. Gedurende een kwart van hun tijd moesten ze hun centrum (en dus hun dagelijkse patienten) achterlaten. Dat leverde hen wel een bonus op van tien procent van hun jaarloon. Geen geringe motivatie voor vaak onderbetaalde mensen.
Tijdens die campagnes waren de gezondheidscentra op het platteland geregeld en noodgedwongen gewoon dicht, want de in beslag genomen verpleegkundigen waren de enigen in het centrum die voldoende geschoold waren om consultaties te kunnen verrichten. Geplande vaccinaties moesten uitgesteld worden. Kinderen ontvingen enkel het campagne-geneesmiddel terwijl andere duidelijk zichtbare ziekten geregeld genegeerd werden.
Slechts de sterkste centra (twee op de zestien), met meer, ervaren en sterk gemotiveerde stafleden waren in staat de campagnes en hun hoofdtaak min of meer te combineren. In alle andere gevallen ging de gerichte strijd tegen ziekten – soms ziekten waarvan er in jaren geen enkel geval was geweest – ten koste van de algemene gezondheidszorg. Hygeia en Panacea moeten eens rond de tafel gaan zitten, besluiten de onderzoekers.
Het artikel “Cavalli A, Bamba SI, Traore MN, Boelaert M, Coulibaly Y, et al. (2010) Interactions between Global Health Initiatives and country health systems: the case of a Neglected Tropical Diseases control program in Mali†verschijnt op 17 augustus in het vakblad PLoS Neglected Tropical Diseases.
Het artikel is te vinden op: http://www.plos.org/press/pntd-04-08-17-vandormael.pdf
Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) is een van de belangrijkste instellingen ter wereld voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening in de tropische geneeskunde (met inbegrip van aids) en de gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden.
Op het ITG in Antwerpen werken vierhonderd wetenschappers en technici in vijf wetenschappelijke departementen en gespecialiseerde medische diensten. Jaarlijks volgen er een 500-tal artsen, dierenartsen, biomedici en verpleegkundigen uit de hele wereld gevorderde studies. Meer dan honderd jonge internationale onderzoekers werken er aan hun doctoraat. De medische diensten verrichten jaarlijks ongeveer 30Â 000 consultaties.
Qua gewogen onderzoeksoutput staat het ITG als enige Belgische instelling in de academische top-15 van Europa. Het ITG voert ook een omvangrijk programma uit voor capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden, in een netwerk met een hele reeks zusterinstellingen in Afrika, Zuid-Amerika en Azie.
Het Instituut voor Tropische Geneeskunde ontvangt subsidies van de ministeries van Onderwijs, Onderzoek, Ontwikkelingssamenwerking en Volksgezondheid, maar het grootste deel van zijn werking hangt af van projectfinanciering, eigen inkomsten en mecenaat.
Bron: ITG