Overheidsrichtlijnen geen garantie topzorg

Array

Enkele zorgverzekeraars claimen ‘topzorg’ aan te bieden, met als waarborg hun volgzaamheid aan de overheidsrichtlijnen. Maar richtlijnen volgen is geen garantie voor kwaliteit. Er is immers geen toezicht op zorgresultaten, de verplichte staatszorgadministratie is daar ook ongeschikt voor. Belangrijk voor echte topzorg is de toepassing van geavanceerde behandelmethoden. In Nederland mag dat zomaar niet. Onze overheid kent een ingewikkeld en langdurig proces van toelating, vergoeding en adoptie van nieuwe zorgproducten. Alleen buitenlandse firma’s slagen er nog in nieuwe zorgproducten met succes te introduceren in onze markt.

Voorafgaand aan hun opname in onze overheidsrichtlijnen moeten nieuwe zorgproducten in het handelsregister worden ingeschreven. Firma’s maken hiertoe handig gebruik van de overdreven detaillering van de zorg, waardoor het EU-handelsregister voor weesgeneesmiddelen een uitkomst biedt. In dat register mag een geneesmiddel worden ingeschreven waar weinig onderzoek mee is gedaan omdat het voor kleine groepen patienten is ontwikkeld.

Verkoop van nieuwe geneesmiddelen via weesdomeinregistratie is een slimme strategie. Firma’s worden namelijk voor handelsregistratie beloond met langdurige monopolies. Door uit te wijken naar het weesgeneesmiddelen register voorkomen firma’s het door de overheid verplichte, vrijwel zinloze registratie-onderzoek dat een ¤1 mrd kost en vijftien jaar duurt. Bijdehante firma’s doen slechts een tot twee jaar beperkt onderzoek in een deeldomeint voor ¤20 mln. Eenmaal op de markt volgt aanvullend onderzoek, maar dan staan er inkomsten tegenover. Het meest succesvolle weesgeneesmiddel is Glivec van Novartis dat na handelsregistratie voor een bloedkanker subdomein breed toepasbaar bleek op kanker. De wereldwijde omzet is nu $3,5 mrd en stijgt snel.

Het zorgdomein immuunziekte kent een deeldomein van een bepaalde darmziekte. Zonder onderzoek van betekenis is Remicade voor dat zorgdomein ingeschreven als weesgeneesmiddel. Na de handelsregistratie pasten steeds meer artsen Remicade breed toe en dwongen daarvoor vergoeding af bij de verzekeraars. Hierdoor ontstond de ervaring waarmee het Amerikaanse bedrijf Centocor de handelsregistratie van Remicade langzaamaan kon uitbreiden. De afgelopen tien jaar nam de overheid Remicade ook in steeds meer richtlijnen op. De omzetprognose van Remicade is ¤1,2 mrd.

Voor zover er topzorg is geleverd komt dat vooral doordat artsen buiten de registratieprocessen en richtlijnen om sommige van hun patienten met Remicade behandelden. Verzekeraars die claimen ‘topzorg’ te leveren door naar richtlijnen te verwijzen begeven zich op glad ijs.

Dit artikel is  maandag 2 augustus 2010 ook in het FD gepubliceerd

Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen