Aidsbestrijding is goed voor de hele bevolking
ArrayReactie op het artikel van Ine van Weesenbeeck in de Volkskrant (Opinie & Debat, 19 juli).
Het leek of Bill Clinton op de tweede dag van de Internationale Aids Conferentie in zijn speech reageerde op het artikel van Ine Vanwesenbeeck (Opinie & Debat, 19 juli).
Hij sprak in Wenen over hoe schijntegenstellingen worden opgeroepen. Of we zouden moeten kiezen tussen hiv-preventie of hiv-behandeling; tussen moedersterfte of aids; tussen versterking en verbetering van de gezondheidszorg of bestrijding van aids.
Clinton zegt dat we ons niet moeten laten verleiden tot het maken van dit soort simplistische keuzes, tussen onderwerpen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Het oproepen van deze tegenstellingen is achterhaald. Met succes worden tegenwoordig hiv-programma’s geïntegreerd in programma’s voor zwangere vrouwen en in de bredere getrouwheidsprogramma’s. En al twintig jaar integreren we aidsvoorlichting in de algemene seksuele voorlichting, zowel nationaal als internationaal.
Het aidsprogramma van de VN (UNAIDS) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), alsook het grootste fonds voor aidsbehandeling (Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria) stellen daarvoor gelden beschikbaar.
In 2006 maakte het Global Fund veel geld vrij voor de integratie van seksuele gezondheid en hiv/aids. Meer dan tien Afrikaanse landen alleen al hebben hier gebruik van gemaakt. Het is een misvatting de voorkeur uit te spreken voor preventie ten koste van behandeling; beide zijn noodzakelijk. Hoe dan ook hebben mensen met hiv recht op behandeling zodat ze in leven blijven.
Vanwesenbeeck stelt dat mensen minder afhankelijk van medicijnen moeten worden gemaakt. Hoe kan ze dit schrijven? Mensen die hiv hebben, moeten levenslang aan de medicijnen om in leven te blijven. Als je ze niet slikt, sterf je op den duur aan aids.
In Afrika is aids de belangrijkste oorzaak van moedersterfte. In sommige regios is 50 procent van de jonge meisjes geïnfecteerd. Vanwesenbeeck heeft gelijk dat voorkomen beter is dan genezen. Maar er zijn inmiddels veel te veel mensen geïnfecteerd om het daar bij te laten.
Op de Internationale Aids Conferentie in Wenen is bovendien duidelijk geworden dat behandeling mensen tot 90 procent minder infectueus maakt. De hiv-remmende medicijnen brengen het aantal virusdeeltjes zodanig omlaag dat hiv niet meer te meten is in het bloed.
De kans op nieuwe hiv-infecties bij seks is dan veel kleiner. Op deze manier is behandeling ook een vorm van preventie.
Op basis van berekeningen wordt geschat dat een vernieuwde en efficientere aanpak 10 miljoen aidsdoden kan voorkomen tot 2025. De nieuwe behandeling kan volgens de schatting jaarlijks 1 miljoen nieuwe hiv-infecties voorkomen, omdat de kans op overdracht veel kleiner is. Voorwaarde is dat landen een hiv-behandeling verstrekken aan alle mensen die het nodig hebben. Nu krijgt slechts 33 procent van de mensen die behandeling daadwerkelijk.
De preventie is ondertussen niet vergeten. Vanwesenbeeck constateert dat met name onder jongeren flinke successen worden behaald. Maar ze stelt ook dat er te veel geld gaat naar specifieke risicogroepen als homoseksuele mannen, intraveneuze druggebruikers en sekswerkers. Het merendeel van de sekswerkers is vrouw. En ongeveer de helft van de drugsgebruikers is vrouw. Aangezien 60 procent van de nieuw geïnfecteerde volwassenen van het vrouwelijke geslacht is, is het van het grootste belang om preventie te richten op deze specifieke groepen. In Afrika gaat weliswaar het grootste deel van de financiering naar vrouwen, maar nog te weinig naar vrouwen in deze specifieke groepen.
Je kunt aids niet uit Afrika weg krijgen als je geen aandacht geeft aan de positie van kwetsbare groepen. Ze worden niet bereikt door voorlichting, behandeling en zorg zolang ze worden vervolgd en gediscrimineerd. Bovendien hebben drugsgebruikers net zo goed seks. Homo-mannen in Afrika zijn vaak getrouwd en prostituees hebben vaak een gezin. Aandacht voor deze groepen voorkomt dus ook overdracht naar de algemene bevolking.
Zuid-Afrika heeft het inmiddels goed begrepen. De minister van gezondheid van dat land stelde in Wenen vast dat zijn land alleen succesvol kan zijn in armoedebestrijding als aids wordt bestreden: maar dan wel bij iedereen die dat nodig heeft.
Ton Coenen, directeur Aids Fonds
Louise van Deth, directeur STOP AIDS NOW!