NZa adviseert dummyprijzen forensische zorg
ArrayDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert het Ministerie van Justitie bij de inkoop van zorg voor patienten met een strafrechtelijke titel (DBBC’s) dummyprijzen te hanteren. Dummyprijzen helpen marktpartijen om ervaring op te doen met DBBC’s zolang de prestaties en tarieven in de forensische zorg niet gereguleerd zijn. De prijzen hebben geen verplichtend karakter maar dienen als handvat bij de onderhandelingen. Dit is één van de conclusies van de NZa in het Advies Forensische zorg dat vandaag verschijnt.
In 2009 adviseerde de NZa Ministerie van Justitie om per 2010 de DBC-productstructuur in te voeren voor forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Vanwege de beveiligingscomponent heet deze systematiek Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinatie. Invoering van de DBBC-systematiek leidt tot een betere samenhang tussen curatieve en penitentiaire voorzieningen. Patienten krijgen meer dan nu een behandeling op maat waardoor de kans op recidive verkleint. Daartoe heeft Justitie de Wet forensische zorg opgesteld die naar verwachting op 1 januari 2012 in werking treedt. In 2011 zijn de prestaties en tarieven nog niet gereguleerd, maar kunnen de betrokken partijen vast proefdraaien met de DBBC’s. Om de partijen daarbij richting te geven adviseert de NZa het gebruik van dummyprijzen.
Forensische zorg in strafrechtelijk kader wordt gegeven aan volwassenen die geestelijke gezondheidszorg (GGZ), verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg nodig hebben. De systematiek van DBBC’s wordt gebruikt om de zorg te beschrijven die deze patienten ontvangen en sluit zoveel mogelijk aan bij de DBC-systematiek voor de reguliere GGZ. De verantwoordelijkheid voor de financiering van de forensische zorg in strafrechtelijk kader is, op de kapitaallasten na, overgegaan van VWS naar Justitie.
Bron: NZa