Signaleringssystemen zoönosen voldoet niet
ArrayDe controle op dierziekten moet worden uitgebreid zodat ziekten die gevaarlijk zijn voor mensen, sneller kunnen worden opgespoord. Daarvoor pleit het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in een rapport dat woensdag is aangeboden aan de ministers Gerda Verburg (Landbouw) en Ab Klink (Volksgezondheid).
Er zou een gezamenlijke signaleringsstructuur voor zoönosen ingesteld moeten worden om signalen vanuit alle gebieden van het humane veld en vanuit landbouwhuisdieren, paarden, gezelschapsdieren, wild, exotische dieren en vectoren (arthropoden) die relevant zijn voor de volksgezondheid of de diergezondheid bijeen te brengen, als uitbouwing van bestaande structuren. Dat schrijft het RIVM in een evaluatie van de resultaten van het Emerging Zoönosen-programma (EmZoo).
Het ultieme doel van EmZoo was het ontwikkelen van een blauwdruk voor een effectief early warning- en signaleringssysteem voor microbiele bedreigingen die relevant zijn voor zowel de volksgezondheid als de diergezondheid. Om dit doel te bereiken was een gezamenlijke inspanning nodig van belangrijke instituten op het terrein van diergezondheid en volksgezondheid in Nederland.
Hiertoe is een consortium gevormd bestaande uit de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, het Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR, de Gezondheidsdienst voor Dieren en het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM. De consortium-partners werkten samen in een achttal projecten gericht op de realisatie van de volgende drie doelstellingen:
- het ontwikkelen van een systematische aanpak voor de signalering van emerging zoönosen,
- het prioriteren van emerging zoönosen die belangrijk zijn voor Nederland, en
- het ontwikkelen van een blauwdruk voor een early warning- en surveillance-systeem voor emerging zoönosen.
huidige early warning- en surveillance-systemen
Inventarisatie van de huidige early warning- en surveillance-systemen voor de verschillende dierpopulaties en voor de humane populatie, die relevant zijn voor de volksgezondheid of de diergezondheid, liet zien dat er geschikte systemen aanwezig zijn voor vroegtijdige herkenning van klinische signalen van (emerging) zoönotische aandoeningen bij de mens en bij landbouwhuisdieren, maar in beide sectoren zijn verbeteringen mogelijk.
Voor wild, exotische dieren, gezelschapsdieren en paarden zijn geen early warning-systemen aanwezig. Hetzelfde geldt voor early warning-signalen met betrekking tot opduikende infectieziekten via vectoren, zoals veranderingen in de diversiteit en het vóórkomen van vectoren en in de prevalentie van pathogenen. De recente oprichting van het Dutch Wildlife Health Centre en het Centrum voor Monitoring van Vectoren vormen een essentiele eerste stap in de richting van een signalerings-infrastructuur voor wild en vectoren.
Tot nu toe zijn er signaleringssystemen voor bepaalde, bekende ziekten bij landbouwdieren zoals koeien, geiten, schapen en kippen.
Zie voor meer informatie het rapport Emerging zoonoses : early warning and surveillance in the Netherlands op de site van het RIVM.