Rechter wijst bezwaar vaccinatie Q-koorts af
ArrayDe rechter van het College voor Beroep van het Bedrijfsleven (CBB) heeft de bezwaren die een geitenhouder uit Bennekom maakte tegen de verplichte enting tegen Q-koorts ongegrond verklaard. De geitenhouder vond het risico op besmetting via een dierenarts die de dieren komt enten groter dan het risico op een natuurlijke besmetting. De rechter ziet geen daarin geen gegronde reden om voor het betreffende bedrijf van een verplichte vaccinatie af te zien. Ook het bezwaar van de geitenhouder dat het vaccin niet in Nederland is toegelaten achtte de rechter geen reden om de vaccinatie te kunnen weigeren.
De rechter acht het op zich begrijpelijk dat de geitenhouder voorzichtig is bij het toelaten van derden op zijn bedrijf, maar constateert dat voor het treffen van maatregelen ter bestrijding van Q-koorts toch een dierenarts ingeschakeld moet worden. De kans op besmetting met Q-koorts is wanneer er niet wordt geent volgens het ministerie van LNV veel groter dan op een besmetting via de veearts die de vaccinaties uitvoert. Dit standpunt acht de rechter niet onredelijk. Het feit dat veel dierenartsen afweerstoffen tegen Q-koorts hebben ontwikkeld betekent niet dat deze daardoor de besmetting kan overbrengen. Bovendien moet een veearts die een bedrijf betreedt om vaccinaties tegen Q-koorts toe te dienen zich houden aan het hygieneprotocol.
De rechter kan de geitenhouder niet volgen in zijn betoog dat het gebruik van het vaccin dat ingevolge de Regeling aan de melkgeiten dient te worden toegediend in Nederland niet is toegestaan. Het klopt dat vaccin nog niet is geregistreerd conform de Diergeneesmiddelenwet. Ten behoeve van het vaccin is er echter eem vrijstelling verleend van het verbod om de entstof te gebruiken tot 1 januari 2011.
Bron: CBB