Tweede vaccinatie nodig meningokokken C
ArrayVoor de beste bescherming tegen meningokokken C zouden kinderen een tweede vaccinatie moeten krijgen. Dat concludeert Richarda de Voer van het RIVM. Zij promoveert donderdag 17 juni aan het UMC Utrecht.
Een van de veroorzakers van nekkramp, de meningokokken C-bacterie, komt nauwelijks meer voor in Nederland dankzij opname van het meningokokken C-vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en een gelijktijdige grootschalige vaccinatiecampagne in 2002. Kinderen en jongeren vanaf 1 tot 18 jaar zijn toen allemaal gevaccineerd. Omdat de bacterie sindsdien praktisch niet meer voorkomt in Nederland zijn ook ongevaccineerde mensen beschermd.
In het RVP krijgen kinderen nu alleen op de leeftijd van 14 maanden een prik tegen meningokokken. In haar proefschrift concludeert Richarda de Voer dat deze vaccinatie op lange termijn onvoldoende kan worden om mensen ook tijdens en na de puberteit te beschermen. De Voer heeft haar onderzoek uitgevoerd bij het RIVM in Bilthoven in samenwerking met het UMC Utrecht.
De Voer analyseerde de bescherming van het vaccin door de hoeveelheid antistoffen tegen meningokokken in het bloed te meten. Het blijkt dat een vaccinatie bij een jonge peuter op 14 maanden een goede afweer opwekt, maar dat de beschermende antistoffen al na een paar jaar sterk zijn afgenomen. Het betekent dat de kinderen op latere leeftijd minder goed beschermd zullen zijn, terwijl de bacterie behalve jonge kinderen juist ook adolescenten treft. De Voer beschrijft ook dat gevaccineerde adolescenten vijf jaar na de inenting nog wel steeds beschikken over antistoffen. Op basis van deze resultaten adviseert De Voer om kinderen vlak voor hun adolescentie, rond een leeftijd van twaalf jaar, een tweede meningokokken C-vaccinatie aan te bieden.
Prof. dr. Lieke Sanders, hoogleraar Kinderimmunologie van het UMC Utrecht, was een van de begeleiders van het onderzoek. “Deze tweede vaccinatie biedt waarschijnlijk niet alleen bescherming voor de gevaccineerde adolescenten, maar zal ook helpen om nieuwe circulatie van de bacterie in de bevolking tegen te houden. De meningokok circuleert immers vooral voor onder adolescenten. Zo zouden we de bacterie beter buiten de deur kunnen houden.”
Nekkramp en bloedvergiftiging, ook wel bekend als meningitis (hersenvliesontsteking) of sepsis of septische shock, kunnen worden veroorzaakt door de bacterie Neisseria meningitidis ofwel meningokokken. Hiervan zijn verschillende typen (serogroepen) bekend. Serogroep B, waartegen geen vaccin bestaat, komt het meeste voor. Eind jaren negentig was er een piek in ziekte door meningokokken C. Het vaccin daartegen is daarom in 2002 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma op de leeftijd van 14 maanden. Om ook snel alle kwetsbare groepen te beschermen, zijn niet alleen jonge kinderen op 14 maanden gevaccineerd, maar alle kinderen, adolescenten en jong volwassenen tot en met 18 jaar.
Bron: UMCU