TBC-epidemie Vietnam omvangrijker dan gedacht
ArrayVietnam telt 1,6 keer zo veel tbc-patienten als tot nu toe door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd geschat. Een aanzienlijk aantal tbc-patienten wordt niet opgespoord. Hierdoor stijgt het risico van tbc-infecties, en dat verklaart weer waarom de tbc-epidemie in Vietnam niet afneemt, hoewel het nationale tbc-programma (NTP) al jarenlang de WHO-doelstellingen haalt. Dit blijkt uit de resultaten van een nationale tbc-prevalentiestudie, uitgevoerd van september 2006 tot juli 2007. KNCV Tuberculosefonds ondersteunt het NTP van Vietnam vanaf 1986 en werkte ook aan deze studie mee. De resultaten zijn onlangs gepubliceerd in het Bulletin van de WHO.
Vietnam is een van de 22 landen met veel tuberculose. De tbc-bestrijding in het land voldoet aan de richtlijnen van de WHO. Sinds 1997 behaalt het NTP elk jaar de wereldwijde WHO-doelstellingen van 70 procent opsporing en 85 procent behandelsucces.
Verwacht werd dat het aantal nieuwe gevallen van tuberculose tussen 1997 en 2004 met 44 procent zou dalen. De tbc-epidemie bleef echter op hetzelfde niveau. Om inzicht te krijgen in de reden hiervan, besloot het NTP een tbc-prevalentiestudie uit te voeren. Met een prevalentiestudie kan worden vastgesteld hoeveel mensen in een land (of regio) tuberculose hebben. Een vergelijking van de resultaten van opeenvolgende prevalentiestudies geeft inzicht in het effect van de tbc-bestrijding.
Actiever opsporen
In 2006 schatte de WHO het aantal patienten met besmettelijke longtuberculose in Vietnam op 89 per 100.000 inwoners. Uit de prevalentiestudie blijkt echter, dat deze schatting veel te laag is. Op basis van de resultaten komen de onderzoekers uit op een aantal van 145 tbc-patienten per 100.000 inwoners. Dat is 1,6 keer zoveel als het WHO-cijfer. De conclusie is dat het NTP veel tbc-patienten niet opspoort. Dit komt onder meer doordat Vietnam een systeem van passieve opsporing kent. Patienten worden pas gediagnosticeerd als zij zich melden met klachten. Volgens de onderzoekers is het van belang dat het NTP actiever gaat opsporen, bijvoorbeeld onder risicogroepen als hiv-patienten, gevangenen, druggebruikers en daklozen.
Niet alleen hoestklachten
Vooral hoestklachten zijn voor het NTP reden om nader sputumonderzoek te doen. De prevalentiestudie wijst echter uit, dat bij 47 procent van de gevonden tbc-patienten – tijdens de prevalentiestudie – geen sprake was van hoestklachten. De onderzoekers adviseren het NTP om de criteria voor het afnemen van sputummonsters te verbreden.
Meer tuberculose bij mannen
Zuid-Vietnam telt significant meer tbc-patienten dan Midden- en Noord-Vietnam, en er is meer tuberculose in steden en op het platteland dan in afgelegen gebieden. Opmerkelijk is dat tuberculose bij mannen veel meer voorkomt dan bij vrouwen, namelijk 5,1 keer zo veel. Een actievere opsporing onder mannen is volgens de onderzoekers dan ook raadzaam.
Representatieve steekproef
De tbc-prevalentiestudie werd uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 94.179 personen van 15 jaar of ouder, verspreid over 70 willekeurig gekozen locaties, in zowel steden en dorpen als in afgelegen (berg)gebieden. Aan de proefpersonen werd gevraagd of zij last hadden van langdurig hoesten en of zij in de afgelopen twee jaar voor tuberculose werden behandeld. Ook werd een longfoto gemaakt. Bij personen met tekenen of symptomen die wezen op tuberculose werden meerdere sputummonsters afgenomen voor laboratoriumonderzoek. KNCV Tuberculosefonds werkte mee aan dit veldonderzoek door de onderzoekers te begeleiden bij het voorbereiden en uitvoeren van de studie en de rapportage ervan.
Bron: KNCV Tuberculosefonds