Vrouwen hebben minder goede kansen op genezing
Redactie Medicalfacts/ Janine Budding 10 juni 2010 - 01:42
Array
Vrouwen hebben minder goede kansen op herstel omdat vaker een verkeerde diagnose wordt gesteld en omdat medicijn afgestemd zijn op mannen, dat stelt Noorderlicht vandaag. Vrouwen zijn te weinig aanwezig in biomedische onderzoeken. En onderzoek richt zich vooral op mannen, terwijl het afstemmen van diagnoses, behandelingen en medicijnen op de verschillen tussen man en vrouw van groot belang is voor goede zorg op maat. Zes onderzoekers uit Amerika en Canada eisen verandering in een drietal opiniestukken in Nature van deze week.Het is bekend dat mannen en vrouwen anders reageren op bepaalde ziektes en dat vrouwen vatbaarder zijn voor bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, beroertes en depressie. Slechts 37 procent van de proefpersonen is vrouw, concludeerde een onderzoek uit 2004, en niet meer dan dertien procent van alle studies maakt überhaupt onderscheid tussen sekse in de analyse van de onderzoeksdata. De onderzoekers pleiten voor keiharde, streng nageleefde maatregels om deze situatie te veranderen.
Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.
Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.
De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.
In het op de markt brengen van een medicijn is er zeer mogelijk sprake van een zekere positieve sturing van onderzoeksgegevens, ware het alleen al dat statistisch onderzoek vaak de extreme uitschieters weglaat dan wel afvlakt om minder vertekening te krijgen in de mainstream output van onderzoeksdata.
En mogelijk zijn er meer mannen die meedoen aan de laatste testfase van een medicijn? U weet wel die onderzoeken zoals Kendle en andere onderzoeks-bedrijven en academische ziekenhuizen aangekondigd-in-de-krant doen.
Maar ook als er wel sprake is van een gelijke spreiding in sexe van deelnemers als onderzoekskandidaten…: Vrouwen hebben een andere hormonale huishouding, dus de reactie op stoffen is in specifieke situaties anders dan die van mannen. (Vrouwen zijn meer basisch en mannen meer zuur, het zeepje en het citroentje…?) 🙂 En inderdaad een zwangere vrouw is een wezen met een nog sterker verschillend hormoonleven in vergelijk met de man. (Overigens opmerkelijk dat Paul Schilperoord spreekt over ‘proefdieren’ in zijn column…)
Zonder zelf statistisch onderzoek gedaan te hebben, maar gewoon de oortjes open te hebben in de eigen kontactomgeving, kan ik op het artikel van Noorderlicht ook nog een kritische opmerking maken. Er worden een reeks ziekten genoemd die voor vrouwen allemaal anders uitpakken, en waar ze bovendien sterker in vertegenwoordigd zouden zijn als categorie… Misschien dat er vrouwen met hun hormoonhuishouding meer gevoelig zijn voor depressie? Maar mannen hebben (met levensstijl oa) meer last van vaat en hartziekten… als ik om mij heen kijk/hoor. (Ik heb een tijdje op een alarmcentrale gewerkt en ik meen mij ook te herinneren dat er meer mannen met hartaanvallen voorkwamen bijvoorbeeld. Betreft beroertes kan ik niets opmerken in het van horen zeggen, behalve dat de mensen die ik zelf ken(de) allemaal stevige rokers zijn/waren…
In ieder geval is het zinvol om te kijken waar een verdere fijntuning van medicatiesamenstelling nodig is. Ik kan me ook voorstellen dat er mannen zijn die meer baat hebben bij het medicjn wat op een ‘vrouwenleest is geschoeid’, vergelijke bij transsexuelen of mannen met een iets andere hormonale situatie.
Ik denk dat er gekeken moet worden naar het aspect in welke ziekten de invloed van de eigen hormoonhuishouding sterk(er) van invloed is in medicatie-beinvloeding. Hart- en vaatziekten met stenose ivm vethuishouding kan oorzakelijk een hormonale factor in zich dragen. Een aspirientje zal echter niet zo veel verschil uitmaken bij mannen of vrouwen… alhoewel… what about migraines…?