Druk op mantelzorgers loopt op
ArrayZorgvragers die door de bezuinigingen op de AWBZ Â minder zorg krijgen, vallen noodgedwongen terug op de eigen omgeving. Dit heeft tot gevolg dat bijna een kwart van de mantelzorgers die de zorg voor hen op zich nemen minder moet gaan werken of moet stoppen met werken. De hulp van mantelzorgers en zorgvrijwilligers biedt slechts tijdelijk een oplossing. Op langere termijn lopen zowel zorgvragers als mantelzorgers tegen grote problemen aan.
Dat zijn de eerste resultaten van de meldactie AWBZ die zeven landelijke clientenorganisaties dit voorjaar hebben gehouden. Aan deze meldactie, die de derde is in een reeks van vier, namen bijna 2300 mensen deel. De meerderheid had in 2009 te maken met een nieuwe indicatie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Â De helft van deze mensen geeft aan er met de nieuwe indicatie op achteruit te zijn gegaan. Dit leidt in 44% van de gevallen tot problemen.
Minder werken
De peiling laat zien dat mensen die door de nieuwe indicatie hulp tekort komen niet alleen aankloppen bij gemeente of huisarts, maar vooral ook hulp zoeken in eigen familie- en/of kennissenkring.  Dit heeft in 23% van de gevallen tot gevolg dat mantelzorgers minder moeten gaan werken, of zelfs zich genoodzaakt voelen  om te stoppen met werken. Ook gaan mensen zelf betalen voor de extra zorg die ze nodig vinden; dit gebeurt vooral bij gezinnen met een thuiswonend kind. Voor veel mensen zijn oplossingen slechts tijdelijk haalbaar, en niet voor de lange termijn; slechts één op de tien mensen kan de problemen voor langere tijd oplossen in eigen kring. Bij de meerderheid blijkt dat de inzet van mantelzorg veel extra belasting geeft in eigen kring, bijvoorbeeld door financiele krapte als de mantelzorger minder werkt, tekort aan aandacht voor de andere kinderen in het gezin en niet meer kunnen bijtanken op vakantie.
De problemen doen zich bijvoorbeeld voor bij mensen met dementie. Als met de nieuwe indicatie het recht vervalt op dagopvang voor enkele dagdelen in de week, blijkt de zorg thuis voor de partner moeilijk vol te houden. Er zijn veel voorbeelden van mantelzorgers die door de zorg voor een naaste overbelast raken. “Bij herindicatie is het tijdelijk verblijf gehalveerd zodat mijn echtgenote nu één keer per vier weken kan gaan logeren. Ik raak hierdoor overbelast want niemand in de omgeving kan de zorg tijdelijk overnemen. Door het  beroerte van mijn vrouw is de familie en vriendenkring namelijk drastisch verkleind.”
Ondersteuning
In de huidige discussies over de toekomst van de langdurige zorg ligt de nadruk op besparingen. De aandacht voor de gevolgen van de bezuinigingen op de AWBZ die in 2009 werden ingevoerd zijn daardoor op de achtergrond geraakt. Uit de ervaringen die de samenwerkende clientenorganisaties monitoren van mensen die een beroep doen op de AWBZ blijkt het belang van aandacht voor de overbelasting van mantelzorgers. Voorzieningen om mantelzorgers goed te ondersteunen en voldoende mogelijkheden voor respijtzorg kunnen helpen om de overbelasting van de mantelzorger te voorkomen. Daarop moeten de mensen die aangewezen zijn op langdurige zorg en hun mantelzorgers kunnen rekenen.
Onderzoek
Sinds 2009 is het moeilijker om begeleiding te krijgen uit de AWBZ. Aangescherpte indicaties leiden ertoe dat veel mensen minder hulp krijgen. Â Landelijke clientenorganisaties monitoren sinds 2009 de gevolgen van de veranderingen. Tot nu toe hebben in totaal ruim 6500 mensen informatie gegeven over de hulp die ze nodig hebben en de hulp die ze krijgen. Het onderzoek is gedaan onder clienten die sinds 2009 te maken kregen met een nieuwe indicatie voor de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten).
Clientenmonitor AWBZ
De Clientenmonitor AWBZ is een gezamenlijk initiatief van:
Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties, Chronisch zieken en Gehandicapten Raad, Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg, LOC Zeggenschap in zorg, Nederlandse Patienten Consumenten Federatie, Per Saldo, en Platform VG. In samenwerking met Mezzo, Zorgbelang Nederland en de regionale zorgbelangorganisaties.
De coördinatie van de clientenmonitor ligt bij Jan Coolen (NPCF).