Univé-VGZ-IZA-Trias onderzoekt onjuiste declaraties apothekers
ArrayVerzekeraarscombinatie Univé-VGZ-IZA-Trias is een onderzoek gestart naar onjuiste declaraties bij apothekers. De verzekeraar heeft geconstateerd dat een groot aantal apothekers declaraties heeft ingediend voor geneesmiddelen die niet voorradig waren in Nederland. Het onderzoek moet onder meer uitwijzen of de onjuiste declaraties met opzet zijn gedaan en welke financiele voordelen de apothekers ermee behaald hebben.
De onjuiste declaraties werden vastgesteld bij een viertal medicijnen die binnen het preferentiebeleid van Univé-VGZ-IZA-Trias vallen. Dit beleid houdt in dat Univé-VGZ-IZA-Trias periodiek per geneesmiddel één voorkeursleverancier aanwijst, met als doel de kosten van de gezondheidszorg betaalbaar te houden.
Met het preferentiebeleid hebben Univé-VGZ-IZA-Trias en enkele andere verzekeraars gezamenlijk een landelijke besparing van ruim 700 miljoen euro op jaarbasis gerealiseerd. Univé-VGZ-IZA-Trias geeft het financiele voordeel dat het preferentiebeleid oplevert, direct door aan haar verzekerden: preferente geneesmiddelen vallen bij Univé-VGZ-IZA-Trias niet onder het eigen risico.
Incidenteel komt het voor dat geneesmiddelen niet leverbaar zijn. Apothekers hebben van Univé-VGZ-IZA-Trias duidelijke uitleg gekregen over de mogelijke alternatieven binnen het preferentiebeleid. Zij hoeven hun patienten dus in geen geval naar huis te sturen zonder medicijn. Over het algemeen zijn de preferente middelen goed beschikbaar.
Net als de meeste andere zorgverzekeraars in Nederland, heeft Univé-VGZ-IZA-Trias met bijna alle apothekers afspraken gemaakt om de kosten van de geneesmiddelen direct tussen apotheek en zorgverzekeraar te verrekenen. Dit systeem van directe verrekening beperkt de administratieve lasten enorm en is bovendien erg patientvriendelijk. De zorgverzekeraar moet er daarbij er wel van op aan kunnen dat de apotheker de juiste medicijnen declareert.
Naar verwachting wordt het onderzoek in juli afgerond.
One thought on "Univé-VGZ-IZA-Trias onderzoekt onjuiste declaraties apothekers"
Comments are closed.
KNMP persbericht:
Apothekers komen zorgplicht na, Univé-UVIT niet.
Univé-UVIT komt zorgplicht niet na om kortingen en bonussen binnen te halen en verwijt apothekers fraude.
Het geneesmiddelen inkoopbeleid van verzekeraar Univé-Uvit leidt tot chaos in apotheken. Deze zorgverzekeraar bepaalt welke medicijn de patiënt mag gebruiken, maar de door de zorgverzekeraar aangewezen medicijnen zijn vaak helemaal niet leverbaar. Naar nu blijkt hebben sommige apotheken dit probleem opgelost door een ander merk van hetzelfde geneesmiddel af te leveren. Dat doen zij om hun zorgplicht aan hun patiënten na te kunnen komen. Univé-UVIT noemt dit ten onrechte fraude (Trouw 3 mei). Apothekers hebben hierbij namelijk geen enkel financieel belang. UNIVÉ-UVIT loopt echter zelf inkoopkortingen en bonussen van de farmaceutische industrie mis.
Preferente middelen slecht leverbaar
De verzekeraar schrijft voor welk merk er afgeleverd moet worden (preferentiebeleid). Andere merken van dezelfde werkzame stof worden door de verzekeraar niet meer vergoed. Echter, de door de verzekeraar ingekochte merken zijn regelmatig niet leverbaar. Verzekeraars kopen vooral restpartijen (veelal uit India) in die tegen dumpprijzen op de wereldmarkt worden aangeboden. Apothekers hebben echter de plicht om hun patiënten van farmaceutische zorg te voorzien. Daarom hebben sommige apothekers, bij het niet leverbaar zijn van de door de zorgverzekeraars aangewezen middelen, andere merken van het zelfde geneesmiddel meegegeven aan hun patiënten.
Wie hebben er voordeel en nadeel van?
Het voordeel voor de patiënt is dat deze snel het juiste middel krijgt en deze ook vergoed krijgt, ook al is het preferente merk niet leverbaar. De apotheker heeft er geen financieel gewin bij om een ander merk te verstrekken dan hetgeen als preferent is aangewezen, omdat de prijsverschillen bij de generieke labels hooguit enkele centen bedragen. Wel heeft de verzekeraar mogelijk nadeel ondervonden, omdat die de extra korting misloopt die in de onderhandse afspraak met de fabrikant (het zgn. ‘couvertbeleid’) is afgesproken. De verzekeraar zou de fabrikant beter kunnen aanspreken op zijn verantwoordelijkheid om de markt tijdig te voorzien van voldoende middelen.
Hoe kunnen deze problemen in de toekomst worden voorkomen?
Binnen het preferentiebeleid is van groot belang dat zorgverzekeraars op tijd melden als er leveringsproblemen zijn en meedenken over hoe patiënten wel op tijd de benodigde middelen kunnen krijgen. Als deze communicatie niet goed loopt kan de apotheker binnen het preferentiebeleid nauwelijks aan zijn/haar zorgtaak voldoen. De Tweede kamer heeft in het najaar van 2009 een motie aangenomen waarin werd uitgesproken “dat het niet acceptabel is dat […] de consequenties van het niet leverbaar zijn door de fabrikant van preferente middelen, worden afgewenteld op de apotheker en voor de patiënt leidt tot een toegenomen discontinuïteit van zorg.†De minister werd daarom opgeroepen in overleg met verzekeraars en apothekers “helderheid te verschaffen over de verantwoordelijkheids–verdeling in de situatie dat preferente middelen niet leverbaar zijn en er aldus zorg voor te dragen dat de administratieve lasten van de apotheker niet verder zullen oplopen en de patiënt er niet de dupe van wordt.†Deze motie helaas nog niet tot uitvoering gekomen (KST 29477, nr 112).
Reactie KNMP:
De KNMP is ontsteld dat Univé-UVIT apothekers fraude verwijt, waar deze juist de zorgplicht nakomen. Fraude impliceert dat er sprake zou zijn van financieel gewin voor de apotheken. Uit berekeningen van de KNMP blijkt dat het een centenkwestie is. Desalniettemin is de KNMP van mening dat ondanks de enorme administratieve last die het couvertbeleid met zich meeneemt middelen altijd correct gedeclareerd dienen te worden. Voorts wil de KNMP snel afspraken maken met zorgverzekeraars over een alternatief voor het preferentiebeleid. Dus wel lage geneesmiddelprijzen, geen administratieve belasting, maar wel goede en veilige zorg.
Achtergrondinformatie
Het gaat om de periode juli-augustus 2009 bij verzekeraar Uvit.
Van vier middelen is soms een ander generiek label gedeclareerd dan er is afgeleverd:
– Claritromycine (antibioticum)
– Perindopril (2 sterktes, bloeddrukverlagend middel)
– Venlafaxine (antidepressivum)
De door Univé-UVIT aangewezen leverancier kon in de betreffende maanden bovengenoemde middelen niet leveren.