Praktijkondersteuner doet steeds meer astma en COPD-zorg
ArrayHet percentage mensen met astma of chronisch obstructieve longziekte (COPD) dat contact heeft met de praktijkondersteuner van de huisarts is de laatste jaren enorm gestegen. In 2003 had slechts 4% van de mensen met astma en 6% van de mensen met COPD contact met de praktijkondersteuner, in 2006 was dat 30% en 42%.
In diezelfde periode daalde het aantal contacten met de huisarts over de periode 2001 – 2006 van gemiddeld zes naar vierenhalf voor mensen met astma en van 6,5 naar circa vijf voor mensen met COPD. Dit blijkt uit onderzoek naar de zorg- en leefsituatie van mensen met astma en mensen met COPD, dat het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) sinds 2001 jaarlijks uitvoert met financiele ondersteuning van het Astma Fonds, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid . Of de daling in het aantal contacten met de huisarts een gevolg is van de toename van het contact met de praktijkverpleegkundige is overigens op dit moment nog niet duidelijk.
Tevreden
Verder blijkt dat mensen met astma en COPD ook zeer tevreden zijn over de zorg die zij krijgen van de praktijkondersteuner. Deze wordt door patienten als toegankelijker ervaren dan bijvoorbeeld de huisarts of de longarts. Ook geven patienten aan dat de praktijkondersteuner meer tijd voor hen heeft. Een inventarisatie van de behoefte aan informa¬tie van mensen met astma of COPD liet zien dat beide patientengroepen meer informatie willen over het gebruik en de werking van medicijnen en hoe ze kunnen omgaan met benauwdheid. Twintig tot 25% van de mensen met astma of COPD vindt deze informatie niet bij de huisarts of longarts maar wel bij de praktijkondersteuner: 94 tot 99% van de patienten krijgt voorlichting over medicijnen en uitleg over be¬handeldoelen van de praktijkondersteuner.
Afstemming
De praktijkondersteuner lijkt dus met succes een deel van de chronische zorg voor mensen met astma of COPD van de huisarts over te nemen. Een punt van aandacht is wel dat één op de vijf patienten met astma en COPD aangeeft dat de informatie die zij van een praktijkondersteuner krijgen soms tegenstrijdig is aan de informatie van andere zorgverleners. Met name de informatie rond zelfzorg en leefregels wijkt in de ogen van de patient nogal eens af van de informatie die zij krijgen van bijvoorbeeld de huisarts of longarts. Dit kan voor patienten verwarrend werken en hen onzeker maken ten aan zien van zelfzorgtaken, aldus Monique Heijmans, onderzoeker bij het NIVEL. Bij de zorg van mensen met astma en COPD zijn veel zorgverleners betrokken waarbij een zekere taakverdeling noodzakelijk is. Maar hierdoor wordt samenwerking en afstemming wel steeds belangrijker.
NPCG
Het onderzoek is verricht door middel van schriftelijke enquêtes onder een representatieve groep van circa 1000 mensen met astma of COPD van 15 jaar en ouder uit het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten (NPCG) van het NIVEL.
Bron: NIVEL