Resultaten kostenonderzoek huisartsen NZa
ArrayHuisartsen ontvingen in 2006 boven hun inkomen 366 miljoen euro, gemiddeld is dat per praktijk €54.257. Een belangrijke oorzaak daarvan zijn de relatief hoge opbrengsten uit inschrijftarieven, consulten en innovatie. Dit is een van de conclusies van het Kostenonderzoek Huisartsenzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa neemt de resultaten uit het onderzoek mee in haar advies aan minister Klink over functionele bekostiging van de eerstelijnszorg.
De NZa heeft het onderzoek laten uitvoeren in opdracht van de minister van VWS, om te komen tot tarieven die aansluiten bij de door de huisarts geleverde prestaties. Het kostenonderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Significant. In het Vogelaarakkoord zijn afspraken gemaakt over de hoogte van de tarieven per consult en de inschrijftarieven per patient. Het kostenonderzoek wijst uit dat deze tarieven gemeten over 2006 te hoog zijn. Er worden gemiddeld 9.434 consulten per praktijk geleverd, 14% hoger dan geraamd (8.296 consulten per praktijk).
De gemiddelde omzet van een huisartsenpraktijk was € 237.733 in 2006, de praktijkkosten € 183.476. In die praktijkkosten is het inkomen van de huisarts verwerkt. Het verschil tussen opbrengsten en kosten is gemiddeld € 54.257. Gecorrigeerd voor kosten die in 2006 buiten de administratie zijn gebleven, maar die door middel van een vraag in de vragenlijst zijn geïnventariseerd (bijvoorbeeld de kosten van een meewerkende partner) is dit verschil € 48.508, hetgeen landelijk gelijk staat aan € 328 miljoen in 2006.
De resultaten van het kostenonderzoek zijn dankzij de hoge netto respons van 98% representatief voor de Nederlandse huisartspraktijken. De Landelijke Huisartsenvereniging, Landelijke Vereniging Georganiseerde Eerstelijn en Zorgverzekeraars Nederland zijn in alle fasen van het onderzoek geconsulteerd, ook bij de vervolgstappen van de NZa worden zij betrokken.
Het onderzoek is begin 2008 gestart. Omdat de gegevens over 2007 op dat moment nog niet beschikbaar waren, is het jaar 2006 gehanteerd. 2006 is het startjaar van het Vogelaarakkoord.
De NZa overhandigt vandaag ook haar visie op de functionele bekostiging van vier niet-complexe chronische zorgvormen. Daarin wordt aangegeven hoe per 1 januari 2010 met enkele belangrijke zorgketens een eerste stap kan worden gezet naar functionele bekostiging in de eerstelijn. Deze introductie zal leiden tot aanpassingen in de bekostiging van huisartsen per 1 januari 2010. Ook in dit licht van de korte termijn zullen de resultaten van het kostenonderzoek door de NZa worden bezien. Op basis van de conclusies uit het kostenonderzoek en de bovengenoemde visie adviseert de NZa de minister later dit jaar over functionele bekostiging voor de eerstelijn. De betrokken partijen worden ook bij dat traject geconsulteerd.
Bron: ZN