Huisartsen herkennen sneller partnergeweld na training
ArrayWereldwijd krijgt 1 op de 4-5 vrouwen ooit te maken met partnergeweld
Een vierjarige Nederlandse studie, uitgevoerd door het Universitair Medisch Centrum Radboud, laat zien dat na een speciale training voor huisartsen de herkenning van partnergeweld bij vrouwelijke patienten ruim vier keer zo groot is. Daarnaast blijkt dat artsen die de training hebben gevolgd, zes keer vaker vragen stellen over geweld als er sprake is van onverklaarbare klachten die niet direct duiden op geweld. Vierenvijftig huisartsen in de regio Rotterdam namen deel aan deze studie. Het wetenschappelijk onderbouwde trainingsprogramma van de afdeling Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, kan in iedere huisartsenpraktijk in Nederland worden toegepast. De studie is gefinancierd door zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea.
Partnergeweld onder vrouwelijke patienten is een veel voorkomend fenomeen. Een op de 4-5 vrouwen in Nederland blijkt ooit geweld van haar partner te hebben ervaren. Over het algemeen zijn huisartsen niet getraind in het herkennen van signalen die op partnergeweld duiden. Het doel van de studie was om te onderzoeken of een training huisartsen bewuster zou maken van de mogelijkheid van partnergeweld bij vrouwelijke patienten en of het actief stellen van vragen in de huisartsenpraktijk zou toenemen. In een gerandomiseerde gecontroleerde trial werden 3 groepen samengesteld: een interventiegroep die het volledige trainingsprogramma doorliep (n=23), een discussiegroep (n=14) en een controlegroep (n=17). Gedurende een periode van zes maanden werden de gegevens van iedere vrouwelijke patient bijgehouden waarvan werd vermoed of was vastgesteld dat er sprake was van partnergeweld.
In totaal werden er in die zes maanden 131 meldingen gedaan van partnergeweld. De opleidingsgroep meldde 87 patienten. In 11 gevallen (12,6%) werd het partnergeweld niet bevestigd na doorvragen en in twee gevallen (2,3%) kon de arts niet doorvragen in verband met het bijzijn van een partner of kind. De discussiegroep meldde 30 patienten. De controlegroep meldde 14 patienten. Bij statistische analyse van de gegevens bleek de training de enige significante determinant die de toegenomen identificatie van partnergeweld kon verklaren. Het actief stellen van vragen steeg vooral in het geval van onverklaarbare klachten.
Uit onderzoek blijkt dat partnergeweld wereldwijd toenneemt. Uit studies onder vrouwelijke patienten in wachtkamers van huisartsenpraktijken, blijkt dat 37% tot 41% van vrouwen te maken krijgt met fysiek, seksueel en/of emotioneel geweld door een vaste partner. Deze onderzoeken geven ook aan dat de meeste signalen lastig te herkennen zijn en slechts vijf procent van huisartsen vraagt naar partnergeweld.
Ook blijkt dat als er sprake van geweld is, dit vaak niet terug te vinden is in medische dossiers. Dit betekent dat artsen in zijn algemeenheid een actievere rol zouden moeten spelen bij het herkennen en vaststellen van partnergeweld. In medische opleidingen en nascholing ontbreekt het vaak aan training in hoe partnergeweld te herkennen is en hoe huisartsen er mee moeten omgaan.
Uit internationaal onderzoek bleek tot nu toe dat onderwijs aan medische professionals over dit thema weinig resultaat opleverde ten aanzien van een verbeterde herkenning van slachtoffers. Dit onderzoek biedt nieuwe perspectieven. Een specifieke training die nauw aansluit bij huisartsenpraktijk van alledag blijkt opmerkelijke resultaten op te leveren. Geen van de deelnemende huisartsen aan het onderzoek ontving eerder enige scholing op het gebied van partnergeweld. Ook was het onderwerp tot voor kort niet terug te vinden in nascholingscursussen. Het aantal artikelen over dit onderwerp dat in Nederlands medische tijdschriften is gepubliceerd, is verwaarloosbaar klein.
Bron: Zilveren Kruis Achmea