Kwart tuchtklachten tegen waarnemend huisarts

Array

De waarneming (door een waarnemende huisarts) en het afgeven van geneeskundige verklaringen zijn belangrijke bronnen van klachten over huisartsen. Bijna 25 procent van de door tuchtcolleges gegrond verklaarde klachten gaat over de waarneming, terwijl meer dan 10 procent betrekking heeft op het lichtvaardig afgeven van een verklaring. Dit blijkt uit onderzoek dat onder leiding van hoogleraar Gezondheidsrecht prof. mr. Joep Hubben van het Universitair Medisch Centrum Groningen is uitgevoerd.
In het boek Huisarts en Tuchtrecht 1997-2007 hebben de onderzoekers ruim 350 gegrond verklaarde klachten bijeen gebracht. Het aantal klachten over huisartsen is in de onderzochte periode vrij stabiel gebleven. Van de ingediende klachten is 17 procent gegrond verklaard; tien jaar geleden was dat 23 procent.

Waarneming
De waarneming buiten kantooruren door een ander dan de eigen huisarts is een belangrijke bron van klachten. Daarbij gaat het de laatste twee jaar vooral om klachten over waarneming via de huisartsenpost. Die klachten gaan niet alleen over het tekort schieten in diagnostiek en onderzoek, maar hangen ook samen met de structuur van de huisartsenpost, bijvoorbeeld dat de huisarts niet bij meerdere patienten tegelijkertijd een gevraagde spoedvisite kan afleggen en dus een keuze moet maken. Daarnaast blijkt ook de ‘zeeffunctie’ van de telefoniste tot problemen te leiden. Huisartsen vertrouwen dan teveel op het oordeel van de telefoniste en fiatteren telefonische adviezen zonder eigen onderzoek. Het is belangrijk om hieraan aandacht te blijven besteden, omdat in veel gegronde klachten over waarneming buiten kantooruren sprake blijkt te zijn van acuut overlijden van de patient.


Ook in de klachten over het niet afleggen van huisbezoek door de huisarts blijkt vaak sprake te zijn van acute dood. Stoornis in de communicatie zet de huisarts nogal eens op het verkeerde been bij het beoordelen van een verzoek om visite. De les voor huisartsen uit de tuchtrechtspraak is volgens de onderzoekers: leg visite af als de door de patient of zijn omgeving als zeer ernstig beschouwde klachten niet door telefonische navraag te verklaren of te verminderen zijn (“gaan, tenzij…”).


Geneeskundige verklaring
Het afgeven van een geneeskundige verklaring zonder goed eigen onderzoek blijft een valkuil voor huisartsen, die bij andere beroepsgroepen vrijwel niet voorkomt. Te gemakkelijk bezwijken huisartsen voor de druk om een verklaring af te geven. Het gaat dan vaak om een schriftelijke bevestiging door de huisarts van suggesties over bijvoorbeeld mishandeling, huiselijk geweld, incest en ongeschiktheid van een ouder als opvoeder. Het verwijt aan de huisarts is vooral dat hij een waardeoordeel geeft zonder eigen onderzoek. De duidelijke les uit de tuchtrechtspraak is dat een dergelijke verklaring door een onafhankelijk arts moet worden opgesteld. Meer dan tien procent van alle gegronde klachten over huisartsen gaat over het ten onrechte afgeven van een dergelijke verklaring. Dat is zelfs een toename ten opzichte van de periode vóór 1997.


De sectie Gezondheidsrecht van het UMCG doet systematisch onderzoek naar de ontwikkeling van de tuchtrechtspraak in de gezondheidszorg. In vervolg op eerder onderzoek hebben mw. mr. Mirjam van Leusden, huisarts P. Jongerius en prof. Joep Hubben alle in de periode 1997-2007 gegrond verklaarde klachten over huisartsen in kaart gebracht en geanalyseerd. Deze zaken bevatten veel leerpunten voor de praktijk en dragen daarmee bij aan de vergroting van patientveiligheid. In Nederland werken ruim 8000 huisartsen.


Bron:UMCG


Recente artikelen