Zelf de dienst uitmaken ?
ArrayWe lezen in de Zorgvisie een artikel over ‘zelfroostering’. Het personeel van bijvoorbeeld Zweedse ziekenhuizen is er laaiend enthousiast over. Als medewerkers zelf hun rooster opstellen sla je minstens drie vliegen in één klap. Niet alleen een stijging van tevredenheid, maar ook nog eens van productiviteit voor het personeel, en voor de werkgever een gerichter inzet die los(ser) staat van standaard kantooruren.
De zorg kampt met een krappe arbeidsmarkt; het is moeilijk om personeel te vinden en te houden. Ziekenhuizen doen hun uiterste best om via goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden toch aan de benodigde arbeidskrachten te komen. En dat is prima; niks mis mee.
Tegelijkertijd worstelt iedereen tegenwoordig met de snelheid van het leven. Het is vaak lastig een goede balans tussen werk en privé te bewaren. En juist daarvoor is ‘zelfroostering’ een uitkomst: het geeft je de mogelijkheid je werktijden aan te passen aan het schema van je kinderen, aan je bioritme, aan de baan van je partner. Dat geeft lucht. En ‘lucht’ leidt tot tevredenheid en productiviteit.
Het mes snijdt aan twee kanten: een uitstekende manier om mensen binnenboord te houden en tegelijkertijd de klant efficienter te bedienen.
De zorg steekt veel tijd en energie in voorname zaken als kwaliteit, veiligheid, opleiding en financiering. Desondanks is er doorgaans niemand integraal verantwoordelijk voor de roostering van de medewerkers. Stel je eens voor dat we 1% effectiever zouden worden in onze roostering, geen echt overtrokken ambitie toch ? In een ziekenhuis met bijvoorbeeld 650 miljoen omzet, waarvan zeg 70% personeelskosten zijn, is dat toch een slordige half miljoen euro. Combineer dat met een hogere graad van zelfroostering en het is het helemaal win-win-win; voor de medewerker, organisatie en ook voor de patient, want die krijgt een tevreden zorgverlener aan ‘het bed’.
Dat zelfroostering mogelijk is, bewijst de ambulancesector voor een groot deel. Daar is in de achterliggende vijf jaar in vrijwel de gehele sector een methode van werken ingevoerd die voor de medewerker meer sturing en een betere balans tussen werk en privé met zich mee brengt. En voor de organisatie een helder beeld van overschotten dan wel tekorten aan uren, inzicht in ‘verborgen restcapaciteit’ en bijvoorbeeld opleidingsuren.
Er is nog een hoop te doen in dit kader.
(door Ingeborg Hakstege & Lucien Engelen)