Bereikbaarheid huisarts belemmerd door beperking marktwerking NZa
ArrayTe kort aan dokterassistentes opvangen met MSN, email en webcam
Vandaag is er veel ophef over de bereikbaarheid van huisartsen. En het is logisch dat met name de bereikbaarheid voor spoedgevallen als problematisch wordt betiteld. De benaming spoedgeval geeft al aan dat voor responsetjijd van groot belang is. Ik ben van mening dat dit zeker niet alleen een kwestie van de huiarts is. Er zijn namelijk -tig initiatieven waarbij de huisarts beter en makkelijker bereikbaar wordt voor patienten in het algemeen. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld de emaildokter.nl. Een huisarts die goede kwaliteit levert en altijd bereikbaar is, ook voor patienten waarvan de eigen huisarts niet bereikbaar is. Maar wat is het geval? De emaildokter werd hij door de Nederlandse Zorgautoriteit gesommerd geen nota’s meer te schrijven naar patienten die niet bij hem ingeschreven stonden. In zijn jaarverslag schrijft hij hierover:
De Nederlandse Zorg Autoriteit berichtte mij in het voorjaar, dat het schrijven van een nota naar clienten, die niet bij mij als huisarts op naam stonden ingeschreven, per 1 juli 2008 niet meer getolereerd werd. Ik gaf gebruikers zodoende vanaf medio april de gelegenheid om een vrijwillige bijdrage over te maken. 30 procent van het totaal aantal behandelde e-mails werd beantwoord met een betaling. Het percentage was gemiddeld 1,4 emails per dag. In de voorgaande periode was dit 1,1 per dag (met een betalingsrate van 65% na toezenden van een nota).
Met dit soort nieuwe initiatieven waarin de telefoon niet meer leidend is in het patienten contact blijft de overheid star, en lijkt verbeteringen zols e-health maar mondjesmaat te honoreren. Weliswaar hebben patienten een vrije keus van huisarts maar als je wel tevreden bent over de lokale zorg van de huisarts, ook al is hij moeilijker bereikbaar. De huisarts die op het moment dat een andere huisarts niet bereikbaar was wel adequaat handelde, wordt dus gestraft. En daarmee stimuleert de NZa niet de positieve effecten van marktwerking die tot betere zorg zou moeten leiden. Nou gaat het natuurlijk niet op voor spoedhulp. Maar mensen die erg ongerust zijn, willen snel hulp en soms is een telefoontje al genoeg om de spoedvraag adequaat te beantwoorden. Want pas na beantwoorden van de hulpvraag weet je pas of het ook echt een spoedgeval was. In het licht van het rapport van IGZ zou ik willen pleiten om huisartsen wel toe te staan om online passanten wel te mogen factureren. Dan wordt het voor meer huisatsen om zich op een bepaalde manier, met lage kosten de algemene bereikbaarheid te verbeteren. Nu is het oneerlijk om goede iniatieen de kop in te drukken. Op het moment dat de NZa op basis van richtlijnen van de KNMG star vasthoud aan het paradigma dat in deze virtuele tijd artsen patienten altijd eerst fysiek gezien moet hebben, is de vrije keus van de patient is beetje een wassen neus. En stimuleer je niet de bereikbaarheid door marktwerking. Want door meer te gebruik van het internet zoals msn, email en webcam kunnen, ook de schaarse dokterssistenten meer contacten afhandelen en de bereikbaarheid te verbeteren.
Maar Robert mol blijft een pionier. Hij heeft wederom geen andere keuze dan het bestaande systeem te verlaten. Na zijn pionierswerk op het gebied van emailconsult en voor de Nederlandse vereniging voor ehealth, zet hij een nieuwe stap en herdefinieert hij de arts-patient-relatie.