NZa onderzoek naar lastendruk huisartsen
ArrayDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de administratieve lasten die huisartsen ondervinden in de uitoefening van hun praktijk onderzocht. Uit de meting blijkt dat de totale tijdsbesteding voor administratieve handelingen van de huisarts, doktersassistente en praktijkondersteuner samen rond de 26 uur per week is. Ongeveer tweederde hiervan wordt veroorzaakt door regels van de overheid, maar de huisarts zou dit grotendeels ook uitvoeren als het niet door de wetgever was opgelegd. Belangrijk voorbeeld daarvan is het verwerken van patiëntgegevens, dit kost ruim 12 uur per week. Uit het onderzoek blijkt dat de regels van de NZa zelf weinig lasten veroorzaken.
Eén van de speerpunten van de NZa in 2008 is de vermindering van bureaucratie in de zorg. Vorig jaar constateerde de NZa dat de lastendruk onder huisartsen sinds de ingang van de Zorgverzekeringswet is toegenomen. De arts is steeds meer tijd kwijt aan administratieve handelingen en kan daardoor minder tijd besteden aan de patiënt. Deze ontwikkeling is zorgwekkend, daarom heeft de NZa een onafhankelijk onderzoeksbureau de totale lasten die huisartsen ondervinden in de uitoefening van hun praktijk in kaart laten brengen. Het gaat niet alleen om de lasten die veroorzaakt worden door de overheid, maar ook lasten die door zorgverzekeraars, brancheorganisaties en andere partijen worden veroorzaakt. Op basis van de resultaten uit het onderzoek zijn verschillende aanbevelingen geformuleerd en besproken met de belangrijkste stakeholders.
Uit het onderzoek blijkt dat de totale tijdsbesteding voor administratieve handelingen voor solopraktijken op circa 26 uur per week ligt. De totale tijdsbesteding is de tijd die huisarts, doktersassistente en praktijkondersteuner per week kwijt zijn met het uitvoeren van deze handelingen.Voor een meerpersoonspraktijk blijkt dat met circa 27 uur per week niet eens zoveel te verschillen. Ongeveer tweederde van de lasten wordt veroorzaakt door de overheid, maar het grootste deel van die handelingen zou de huisarts ook uitvoeren als het niet door de overheid was opgelegd: het is noodzakelijk voor een goede bedrijfsvoering. Een groot onderdeel hiervan is het vastleggen van patientgegevens. Een kwart van de handelingen zoals het bijhouden van financiële administratie of doorleveren van informatie aan het CBS voor de E-registratie zouden huisartsen niet of mindere mate uitvoeren wanneer dit niet verplicht zou zijn.
Uit de meting blijkt dat de NZa zelf weinig lasten voor huisartsen veroorzaakt. Dat neemt niet weg dat de NZa bij het reduceren van de bestaande lastendruk in de huisartsenzorg een belangrijke rol voor zichzelf ziet weggelegd en hierin ook het voortouw neemt.
Daarom heeft de NZa allereerst de uitkomsten van de meting besproken met de belangrijkste stakeholders. Naast het onderzoeksbureau en de NZa waren de LHV, ZN, CIZ, ministerie van VWS en één van de geinterviewde huisartsen aanwezig. Alle partijen spraken uit goede voornemens te hebben om lasten voor de huisarts te verminderen. Sommige partijen gaven zelfs aan er al mee bezig te zijn. Zo gaat het CIZ bijvoorbeeld in samenwerking met de LHV meer bekendheid geven aan de Standaard Informatie Protocollen (SIP). In 'Huisarts en praktijk' staat deze maand een artikel en een SIP-wijzer als hulpmiddel voor de huisarts. De LHV en ZN zijn samen al een traject gestart om het Inschrijven op Naam beter bekend te maken zodat ook hier winst behaald kan worden. De NZa blijft de ontwikkelingen monitoren en doet aanbevelingen aan de betrokken partijen.
Ook in andere sectoren wil de NZa in de toekomst zulke onderzoeken uitvoeren. Om de lasten gericht te lijf te kunnen gaan, en het bewustzijn van het belang van het terugdringen van administratieve lasten bij partijen te vergroten.
Bijlage:
Onderzoek Meting lasten Huisartsen
Bron: NZa