Column Steven van Eijck, Huisarts in Praktijk, Februari 2008
ArraySteven van Eijck over de jongste beleidsnota van minister Ab Klink
Een dynamische eerstelijnszorg is de titel van de jongste beleidsnota van VWS-minister Ab Klink, waarin hij de stand van zaken binnen de eerste lijn schetst en de belangrijkste agendapunten voor de komende jaren benoemt. De nota werd eind januari in de Tweede Kamer breed bediscussieerd. In het debat oogstte de minister veel kritiek en weinig lof. Vrijwel alle kamerfracties noemden de nota een risicoloos politiek document waarin de minister geen politieke keuzes maakt en waarin een duidelijke toekomstvisie met heldere keuzes, doelstellingen, prioriteiten en resultaatverplichtingen ontbreekt. De nota geeft volgens de woordvoerders van de politieke partijen weliswaar een bepaalde richting aan, maar geen oplossingsrichtingen voor de gesignaleerde knelpunten. Met die kritiek gaven zij in ieder geval duidelijk aan dat zij een groot belang hechten aan een versterking van de eerstelijnszorg. Volgens de woordvoerders heeft de minister ook nagelaten om aan te geven wie de noodzakelijke rol van coördinator en regisseur in die eerste lijn op zich zou moeten nemen. Zij constateerden dat de minister in vrijwel alle voorbeelden van positieve ontwikkelingen in de eerste lijn nadrukkelijk de huisarts noemt, maar de regierol van de huisarts in de nota zelf knap omzeilt. Dat vrijwel alle politieke partijen die regierol aan de huisartsen willen toebedelen werd in het debat overduidelijk want een betere bereikbaarheid van de huisartsenzorg plaatsten zij bijvoorbeeld hoog op de agenda. De VVD-fractie vroeg de minister zelfs om een aanvalsplan om een betere bereikbaarheid van de huisartsen te realiseren. Een terecht verzoek met daarbij van mijn kant de aantekening dat dit aanvalsplan niet moet komen van de minister maar van ons als beroepsorganisatie. Het bestuur van de LHV gaat een dergelijk aanvalsplan de komende maanden ook in de steigers zetten.
Ik wil bij de kritiek van de kamerfracties op de minister graag een aantal kanttekeningen maken.
De nota van de minister kan inderdaad niet getypeerd worden als een vergezicht. Dat is volgens mij een bewuste keuze waar ik goed mee uit de voeten kan. De minister benoemt in zijn nota echter wel de belangrijkste onderwerpen voor de politieke agenda voor de komende jaren als het gaat om de eerstelijnsgezondheidszorg: ondernemerschap, innovatie, multidisciplinaire samenwerking, transparantie, kwaliteit, veiligheid, preventie, substitutie en doelmatigheid. En met zijn zorgvuldig gekozen titel van de nota geeft hij ook duidelijk aan wat zijn einddoel is: een dynamische eerstelijnszorg.
Als architect van het huidige, nieuwe zorgstelsel ziet hij dat einddoel echter niet in eerste instantie bereikt door het stimuleren van meer marktwerking maar door het stimuleren van meer samenwerking tussen de betrokken veldpartijen en het belonen van eigen initiatieven van die veldpartijen. In feite laat de minister de uitwerking van zijn agenda over aan het veld en dat vind ik een goede ontwikkeling. De nieuwe praktijk, het gezamenlijke project van het ministerie van VWS, LHV en NHG voor de uitwisseling van nieuwe zorgconcepten in de eerste lijn speelt daarop reeds in. Ik vind dat de veldpartijen die uitdaging moeten aangaan. Het is een goede zaak dat veldpartijen de ruimte krijgen om aan de agenda van de minister zelf invulling te geven en niet uitsluitend aangesproken worden op de uitwerking van starre regels en plannen van de overheid.
Bron: LHV