Taakverschuiving van huisartsen maakt zorg juist beter
ArrayOnderzoeker Houweling stelt in het vakblad Huisarts en Wetenschap dat huisartsen niet genoeg toekomen aan het controleren van praktijkverpleegkundigen. ‘Het is wachten tot het een keer misgaat’, zei Houweling zelfs. Die zorg is niet terecht, meent Marian Kaljouw van de landelijke koepel van verpleegkundigen en verzorgenden AVVV. Door de inzet van verpleegkundigen is de zorg in de huisartsenpraktijk juist verbeterd, vindt Kaljouw.
Zorg toegankelijker door verpleegkundigen
Onderzoeker Houweling blijft de huisarts zien als de grote controleur van de eerstelijnszorg zonder wiens toezicht de grootst mogelijke rampen op de Nederlandse burger afkomen. Dat begint al wanneer taakverschuiving wordt gepresenteerd als iets wat vooral de drukke huisartsen moet ontlasten. Marian Kaljouw van de AVVV vindt dat nonsens. ‘Taakverschuiving vindt plaats omdat verpleegkundigen als geen ander zijn opgeleid voor het begeleiden en ondersteunen van patiënten die een chronische ziekte hebben. Daarmee vormen zij niet alleen een doelmatig alternatief voor de kostbare zorg die huisartsen leveren. De inzet van verpleegkundigen resulteert ook in een toegankelijker zorg, omdat patiënten snel terecht kunnen met problemen.’
Hoog opgeleide professionals
Verpleegkundigen zijn hoog opgeleide professionals die uitstekende zorg kunnen verlenen. Een persbericht van de Rijksuniversiteit Groningen naar aanleiding van een promotieonderzoek van 21 december 2005 kopte: ‘Verpleegkundige levert minstens even goede diabeteszorg als arts’. De zorg blijft even goed en de patiënten zijn zelfs meer tevreden, stelt het bericht. De promovendus in kwestie blijkt diezelfde Houweling.
Conclusie dat het beter gaat
Juist in dit verband is de uitspraak van Houweling ‘Het is wachten tot het een keer misgaat’ een verdraaiing van de feiten. Want binnen huisartsenpraktijken wordt al vele jaren gewerkt met praktijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners. En al die jaren wordt er uitstekende zorg en begeleiding geleverd. Het wachten is dus allerminst tot het misgaat. De conclusie dient te zijn dat het juist beter gaat. Daarvan zijn voorbeelden te over, bijvoorbeeld in de diabeteszorg, rondom hartfalen en ook zeker in de huisartsenpraktijk.
Controledwang achterhaald
Een tweede conclusie die hieraan kan worden verbonden, is dat de controledwang van huisartsen zoals Houweling achterhaald is. Huisartsen hoeven verpleegkundigen niet te controleren, want verpleegkundigen zijn zelfstandige beroepsbeoefenaren die buitengewoon goed in staat zijn om de grenzen van hun eigen deskundigheid te overzien. In plaats van de nadruk te leggen op controleren, zou geïnvesteerd moeten worden in goede samenwerking en afstemming.