Eerste monitor over gevolgen vrije prijzen ziekenhuiszorg gepubliceerd
ArrayVandaag verschijnt het eerste monitorrapport(PDF) over het B-segment in de ziekenhuiszorg. De monitor beschrijft hoe de ziekenhuiszorg zich bij vrije prijzen ontwikkelt wat betreft kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Omdat nog niet alle benodigde gegevens beschikbaar waren, is deze monitor oriënterend van aard.Inhoud
De komende jaren wordt gereguleerde marktwerking geleidelijk in de ziekenhuiszorg ingevoerd. In februari is gestart met de invoering van vrije prijzen in een deel van de ziekenhuiszorg, het zogenoemde B-segment. Dit segment bevat de diagnose en behandeling van veel voorkomende aandoeningen zoals staar en spataderen. Het Ministerie van VWS heeft het College tarieven gezondheidszorg/de Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio) opdracht gegeven de ontwikkelingen in dit deel van de ziekenhuiszorg te monitoren. Betaalbaarheid
Ziekenhuizen lijken een iets betere onderhandelingspositie te hebben dan zorgverzekeraars. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat zorgverzekeraars in deze fase van de onderhandelingen terughoudend zijn om ziekenhuizen niet te contracteren. Verzekeraars vrezen imagoschade wanneer een verzekerde dan zou moeten bijbetalen om naar een ziekenhuis van eigen keuze te gaan. Op grond van de beschikbare cijfers liggen de prijzen gemiddeld ruim 5% hoger dan de administratieve kostprijzen die gebruikt zijn bij het aanpassen van de budgetten (kleine 4% na inflatiecorrectie). Er kunnen moeilijk conclusies aan dit percentage worden verbonden omdat een nulmeting niet mogelijk was. Noodzakelijkerwijs worden de administratieve kostprijzen nu gebruikt als fictieve nulmeting, alhoewel de werkelijke kostprijzen bij ziekenhuizen ervan kunnen afwijken. Daarnaast maken diverse factoren het moeilijk om de prijsniveaus te beoordelen. Zo is het geld voor wachtlijstbemiddeling voor het B-segment nu opgenomen in de prijzen, terwijl ze niet waren meegeteld in de administratieve kostprijzen. Bij de volgende monitor (voorjaar 2006) is CTG/ZAio in staat een beter inzicht in de prijsontwikkeling te bieden. Over verschillen in prijzen is nu al wel iets te zeggen. Zo is het opvallend dat het prijsniveau bij academische en topklinische ziekenhuizen hoger is dan bij algemene en categorale ziekenhuizen. Ook zijn zorgverzekeraars die veel zorg afnemen in een ziekenhuis in staat lagere prijzen af te spreken dan overige zorgverzekeraars. Gelet op de genoemde onzekerheden over prijzen is CTG/ZAio zeer terughoudend met uitspraken over macromeerkosten. Bovendien zijn er nog geen cijfers over de hoeveelheid geleverde zorg. Bij een gemiddeld prijsniveau van 5% boven de administratieve prijzen, en bij een veronderstelling van gelijkblijvende hoeveelheden ten opzichte van vorig jaar, resulteert een macrokostenstijging van circa € 60 miljoen (circa € 40 miljoen na inflatiecorrectie). Daarbij is geen rekening gehouden met mogelijke inverdieneffecten, zoals de genoemde wachtlijstmiddelen. Kwaliteit
Kwaliteit is vaker een gespreksonderwerp dan in het oude systeem. Afspraken over het zorgprofiel en de kwaliteit van de zorg hebben nog geen financiële consequenties, mogelijk omdat de kwaliteit van behandelingen nog onvoldoende transparant is. Verzekeraars en ziekenhuizen verwachten in de volgende jaren meer afspraken over kwaliteit te maken. Toegankelijkheid
De toegankelijkheid van het B-segment is niet veranderd ten opzichte van de situatie met vaste tarieven. Uit interviews met zorgaanbieders en zorgverzekeraars blijkt dat voor ongeveer 95% van de zorg in het B-segment contracten zijn afgesloten. Bron: CTG