Wie eenmaal een PGD heeft, wil nooit meer zonder
ArrayBijna niemand heeft er een, maar wie een Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) heeft wil eigenlijk niet meer zonder. Dat blijkt uit een onderzoek van Patiëntenfederatie NPCF onder het patiëntenpanel van de organisatie. Aan het onderzoek deden ruim elfduizend mensen mee. Directeur Wilna Wind van Patiëntenfederatie NPCF: “Wij werken hard aan de introductie van een PGD voor iedereen die dat wil. Dit onderzoek geeft aan dat er behoefte aan is.”
Patiëntenfederatie NPCF werkt samen met de artsenorganisatie KNMG en Zorgverzekeraars Nederland aan een kader waaraan een PGD moet voldoen.
De bedoeling is dat rond 2020 iedereen die dat wil een persoonlijk gezondheidsdossier kan hebben. In dat dossier kan de patiënt alle medische en persoonlijke informatie opnemen die hij van belang acht.
Mensen die een PGD hebben zijn doorgaans heel tevreden. Ze gebruiken het dossier omdat ze zelf het overzicht willen houden over wat er met hen aan de hand is. En ook omdat zorgverleners dan in een oogopslag kunnen zien wat er bij de patiënt speelt en omdat ze zelf dankzij het PGD een goed beeld hebben van hoe hun gezondheid zich ontwikkelt.
PGD-gebruikers zien duidelijk meerwaarde in het PGD. Ze kunnen gemakkelijk gegevens aanvullen of wijzigen, er is minder kans op fouten in de overdacht tussen zorgverleners en de afstemming van medicijnen gaat beter.
Over de kosten van het persoonlijk gezondheidsdossier lopen de meningen uiteen. De meeste mensen willen wel een kleine vergoeding betalen (van maximaal 20 euro) om een PGD aan te schaffen. Een net zo kleine jaarlijkse bijdrage is ook bespreekbaar. Maar veruit de meeste mensen vinden dat een PGD gewoon onderdeel moet zijn van het basispakket in de zorgverzekering.
Bron: NPCF